Op het achterterrein van de Langestraat 60 is een beerput gevonden met fragmenten gegraveerd glas en andere persoonlijke spullen. Het glas is naar alle waarschijnlijkheid van de hand van Maria Tesselschade Roemer Visscher, die daar van 1629 tot 1649 woonde.
Op oude kaarten is te zien dat op dit perceel een groot woonhuis met verdieping stond, dat tot de duurste in de stad behoorde. Uit archiefbronnen bleek dat het bewoond werd door de sociale top, onder andere door de beroemde schrijfster. Maria was de muze van de ‘Muiderkring’ (o.a. PC Hooft, Huygens en Vondel) en werd door mannen geroemd als ‘puikjuweel der vrouwelijke sekse'.
Maria was op vele vlakken bekwaam, maar werd vooral geroemd om haar dicht- en zangkunsten en gegravereerde glazen. Het Rijksmuseum heeft twee Roemers (grote wijnglazen) met een Franse en een Latijnse spreuk. Het museum zal de fragmenten ter bevestiging met deze glazen vergelijken.
Verder zijn nog spullen gevonden uit de tijd dat Maria Tesselschade in dit huis woonde met haar man Allert Jansz Crombalch en haar dochters, zoals verfijnde dames- en kinderschoenen en onderdelen van speelgoed zoals een miniatuur servies. Ook is een tekstfragment in het Latijns gevonden. Deze wordt nog nader onderzocht.