Alkmaar, 13 juni 2014. Donderdagavond werd het door de PvdA aangevraagde interpellatiedebat over het vertrek van AZ naar de Zaanstreek gehouden. Fractieleider Paul Verbruggen trapte af met de opmerking dat de PvdA het college al in januari “dringend gemaand” had de onderhandelingen serieus te nemen, gevolgd door een reeks ‘waaroms’. De aanval van de PvdA op het functioneren van wethouder De Baat werd op de flanken ondersteund door GroenLinks en Bruisend Alkmaar die ook vraagtekens plaatsten bij het functioneren van De Baat.
Maar de steun voor de wethouder bleek al snel groter dan de kritiek. De Baat gaf, gesteund door de rest van de raad, antwoord op alle gestelde vragen en stelde dat ook het college niet kon verklaren waarom AZ voor Zaanstad heeft gekozen, dat het niet de logische en de te verwachten keuze was. “Wij waren er uit, volgens AZ waren er geen showstoppers meer” volgens de Baat.
De rolverdeling binnen de raad was ook duidelijk wanneer de door AZ georganiseerde informatieavond voor raadsleden ter sprake kwam. De in de optiek van D66 “heerlijke broodjes” van waren volgens Groen Links “niet te vreten”, en de volgens Bruisend Alkmaar “kundige bestuurders” van AZ hebben de raad volgens het CDA “als lullo’s neergezet”.
Waar alle partijen het wél over eens waren was dat de gevolgen voor de Alkmaarse sportclubs zoveel mogelijk beperkt moeten worden. De financiële gevolgen voor de gemeente zijn voorlopig alleen in vertrouwelijke stukken terug te vinden en kwamen ook donderdagavond nog niet aan de oppervlakte.
De Baat verdedigde zich feller dan we van hem gewend zijn en riep uiteindelijk de PvdA op een motie van wantrouwen in stelling te brengen. Omdat wel duidelijk was dat een dergelijke motie het niet zou halen werd deze niet in stelling gebracht. Dat bracht de VVD ertoe een motie van vertrouwen uit te brengen om te laten zien dat de wethouder zich door de raad gesteund wist en geen politiek “aangeschoten wild” is. Alleen de PvdA, GroenLinks en Bruisend Alkmaar stemden voor de motie.