De rechtbank in Amsterdam heeft besloten dat de ontheffing om meeuwenoverlast te bestrijden die de gemeenten Alkmaar, Haarlem en Leiden begin 2014 van het Rijk kregen in strijd is met de wet. Dat schrijven het NHD en De Faunabescherming.
Volgens de ontheffing was mogelijk om in het kader van overlastbestrijding de eieren van de kokmeeuw, de zilvermeeuw, de stormmeeuw en de kleine mantelmeeuw te bewerken met een olie waardoor de eieren niet uitkwamen of ze te vervangen door nepeieren. De Faunabescherming en de Vogelwerkgroep Alkmaar en Omstreken waren in hoger beroep gegaan tegen de ontheffing.
Volgens de rechtbank gaat het met twee van deze vier meeuwensoorten slecht in Nederland en wordt het aantal broedvogels steeds kleiner. Een andere reden waarom de ontheffing in strijd is met de wet is dat een ontheffing alleen verleend mag worden als het doel is de bescherming van de soort te verbeteren, wat hier niet het geval is aangezien de meeuwen actief bestreden worden.
Bovendien broedt een zeldzame meeuwensoort, de zwartkopmeeuw, soms tussen de vier genoemde soorten. De broedende zwartkopmeeuw mag absoluut niet verstoord worden, maar doordat zwartkopmeeuweneieren niet te onderscheiden zijn van eieren van andere soorten is verstoring niet te vermijden.
De gemeenten Alkmaar, Haarlem en Leiden kunnen nog in beroep gaan tegen de rechterlijke uitspraak, maar gedurende het huidige broedseizoen mogen de meeuwen in elk geval niet bestreden worden.