Er werd 20 millimeter regen verwacht, maar uiteindelijk viel er lokaal 100 millimeter tijdens de enorme clusterbui, exact een jaar geleden. Het KNMI legt aan mediapartner NH Nieuws uit hoe we zo verrast konden worden door de regenval.
Een dag voor de megabui gaf het KNMI al wel code geel af. Er worden stevige onweersbuien voorspeld met lokaal mogelijk zware windstoten en veel neerslag in korte tijd. Vrijdagmiddag wordt voor de zwaarste buien 20 millimeter verwacht.
Maar als om 17.00 uur de eerste regen losbarst boven land, bij Bloemendaal en Velsen, valt er daar al meer dan dubbel zo veel. Het KNMI kondigt vlak daarna code oranje af voor onder meer Noord-Holland. En dan trekt de hemel pas echt open tussen Egmond en Zijpe. In korte tijd valt er daar tussen de 80 en 100 millimeter.
Een meteoroloog van het KNMI geeft uitleg hoe het kan dat we zo verrast werden door zo'n enorme bui en waarom die pas zo hevig werd toen die zich boven land bevond. "Buien ontstaan door onstabiliteit in de lucht. Onderin is die warm, en daarboven koelt die dermate af dat de luchtmassa instabiel wordt en er regen valt." En daar kwam in dit geval nog wat bij. Winden botsten tegen elkaar, waardoor de lucht nog harder omhoog wordt geduwd en buien ook sneller ontstaan. "Dat dit gebeurt is niet uniek, de hoeveelheid neerslag wel. Dat het in de zomer gebeurt is vrij zeldzaam, maar het kan wel. Vaak zijn de grote hoeveelheden heel lokaal. Doordat de buien niet snel verder trokken, kon er langs één lijn veel neerslag worden geproduceerd", aldus de meteoroloog. "We kunnen neerslag goed verwachten. Maar buien zoals op 18 juni 2021 hebben een zeer lokaal karakter. Dus de exacte locatie is niet ver vooraf te voorspellen."
Statistisch gezien komt zoveel regen in korte tijd zoals hier in 18 juni eens in de 500 jaar voor. Maar klimaatexpert Peter Siegmund van het KNMI waarschuwt dat dit niet betekent dat we nu 500 jaar rust hebben. "Het kan weer gebeuren. De kans dat het lokaal gebeurt, is natuurlijk klein, maar neemt wel toe." Hij verwijst naar onderzoek waarin de regenval tussen 1990 en 2020 wordt vergeleken met de periode tussen 1960 en 1990. "Er valt meer regen dan vroeger. Zowel bij gewone als bij extreme buien. Uit onderzoek blijkt dat het veel natter is geworden in Nederland. Vooral in de kuststrook langs de Noordzee. Ook zie je dat het aandeel extreme buien in de hoeveelheid die per jaar valt steeds groter wordt."
Siegmund legt uit dat er meer vocht in de lucht zit omdat de gemiddelde temperatuur steeds warmer wordt. "Bij 1 graad warmer, zit er 7 procent meer vocht in de lucht. En meer vocht is in potentie meer kans op extremen, dat is gewoon natuurkunde." Maar daar blijft het niet bij. "Het leidt er ook toe dat regen sneller naar beneden valt. Er valt dus niet alleen meer water, maar ook in een kortere tijd."
Uit onderzoek is al gebleken dat door de opwarming van de Noordzee, de kuststrook extra gevoelig is voor regen. Niet alleen daar valt steeds meer. Ook ten westen van Amsterdam is het natter geworden. Waardoor het precies komt is nog niet onderzocht, maar ideeën erover zijn er wel. "Mogelijk komt het omdat het daar vaak warmer is, wat leidt tot stijgende luchtbewegingen die voor meer regen zorgen. Ook vervuiling kan wolkenvorming bevorderen."