De Olympische Spelen in Tokio zijn voor kogelstootster Jessica Schilder teleurstellend verlopen. Na quarantaines en spannende coronatests, strandde de Hera-atlete op een 19e plaats in de voorronde. Voor een plek in de Top 12 was 18,54m nodig, iets minder dan haar record, maar daar kwam ze niet in de buurt. Ze stootte achtereenvolgens 16,69m, 17,74m en 16,82m.
Jessica zou op 15 juli naar Tokio afreizen, maar haar coronabesmetting aan het eind van het EK Indoor wreekte zich. Door reststoffen testte ze na een derde test negatief. Daarmee was het nog niet klaar. Jessica landde een week later dan gepland in Japan, om vervolgens te horen dat zij en bondscoach Gert Damkat nabij een Ecuadoriaanse sporter hadden gezeten die positief testte.
Atleet en bondscoach werden door grondpersoneel in plastic kleding afgezonderd van de andere passagiers, aldus de NOS. Ze mochten naar het Oranjekamp in Chiba, maar dan de eerste twee dagen afgezonderd. Niet met de rest in eetzaal maar op de kamer eten, in een aparte auto naar de training. Ze onderging haar lot kalm, al was het wel even spannend bij de dagelijkse pcr-tests, die gelukkig allemaal negatief waren.
Jessica beleeft een wisselvallig atletiekseizoen, maar ze stond er telkens op de momenten dat het er écht om ging. In maart werd ze vierde op het EK Indoor, in juni prolongeerde ze haar nationale titel met een superstoot van 18,77m en eerder deze maand won ze goud op het EK onder 23 jaar. Op de Spelen mocht het niet zo zijn, maar ze is met 22 jaar nog jong genoeg om de volgende twee of drie edities te knallen. (archieffoto: Bjorn Paree)