Provincie Noord-Holland heeft de ontwerp Omgevingsverordening NH 2022 klaar. De meeste aanpassingen op de versie van 2020 hebben te maken met de nieuwe Omgevingswet die op 1 januari 2022 landelijk in werking treedt. De verordening wordt op diezelfde dag actief. Op een aantal vlakken verschuift de bevoegdheid dan van de provincie naar gemeenten.
Naast aanpassingen voor de Omgevingswet, zijn ook inzichten uit verschillende besprekingen en ingediende zienswijzen op de huidige verordening verwerkt. De drie meest voorname wijzigingen hebben te maken met regels rond milieuzaken, natuur en de Regionale Energiestrategieën.
Wat betreft milieuzaken worden gemeenten op 1 januari gezaghebbend voor het merendeel van de bodemtaken zoals saneringen. Zij kunnen vanaf dan zelf bepalen of bodemsanering nodig is. Een andere milieutaak die overgaat is het handhaven en verlenen van vergunningen wat betreft mogelijke geurhinder. Voor taken die vallen onder het overgangsrecht - denk aan locaties waarvan op dit moment bekend is dat er onaanvaardbare risico’s zijn - blijft de provincie bevoegd gezag.
Gemeenten, waterschappen, de provincie, inwoners en ondernemers maakten afspraken over zoekgebieden voor de plaatsing van windturbines en velden met zonnepanelen. Deze worden verwerkt in de Regionale Energiestrategieën 1.0. De diverse overheden verwerken deze afspraken in hun regelgeving, net als de provincie dat doet in de Omgevingsverordening NH 2022.
De RES’en zijn leidend, dus de provincie laat de eigen regels zoals de 600 meter afstandsregel en de lijnopstelling vervallen. De aanpassing biedt gemeenten de ruimte voor eigen besluiten, al blijven landelijke afstandsregels vanzelfsprekend gelden. Bovendien kunnen vergunningen voor zonnevelden in landelijk gebied straks ook via gemeenten worden verkregen.
De ontwerp Omgevingsverordening NH 2022 ligt vanaf maandag 26 april tot en met vrijdag 18 juni ter inzage. In die periode kunnen formele zienswijzen worden ingediend. Reacties worden verwerkt in de definitieve verordening, die naar verwachting in de herfst aan Provinciale Staten wordt voorgelegd.