De grootschalige renovatie van de Leeghwaterbrug in Alkmaar heeft uiteindelijk 22,3 miljoen euro gekost. Dat is bijna twee keer zoveel als de 11,4 miljoen (exclusief btw), waarvoor het project was gegund aan hoofdaannemer Spie. Het totaalbedrag bevat vanzelfsprekend ook de geplande kosten die provincie verder nog maakte, maar het grote verschil is vooral het gevolg van de vertragingen.
Aanvankelijk dacht de provincie het hele project voor 9,5 miljoen euro uit te kunnen voeren, maar er werd een krediet van 10,1 miljoen voor uitgetrokken, dat daarna werd opgehoogd naar 11,5 miljoen euro. Dit blijkt uit de tweede update van het Meerjarenprogramma. Bij vooronderzoek werd ontdekt dat de brugscharnieren van Leeghwaterbrug B te slecht waren en net als het brugdek vervangen moesten worden. De brug was in de zomer klaar, niet voor 3,9 miljoen maar 6,7 miljoen euro. Daarnaast bleek dat de kostenverdeling van de aannemer tussen brug A en B anders was dan geraamd door de provincie.
Bovendien kon de sloop van Leeghwaterbrug A pas in januari 2018 beginnen. In mei werd de reconstructie stilgelegd omdat zowel gemeente Alkmaar als een onafhankelijke expert de berekeningen van de betonconstructie afkeurden. Het duurde tot oktober voordat Spie, met een nieuwe projectleiding en onder toezicht van een specialist van de provincie, weer groen licht kreeg. Ergens tussendoor werd het krediet naar 15,5 miljoen euro opgeschroefd, blijkt uit een derde update van het Meerjarenprogramma.
In oktober 2019 berichtten wij dat de kosten al opgelopen waren naar 18,3 miljoen euro, en dat daar nog een claim voor 1,6 miljoen van Spie bovenop zou komen. Dit voor het meerwerk en het inkomstenverlies omdat de aannemer zich niet of minder op andere projecten had kunnen focussen. De provincie eiste zelf zo'n 600.000 euro van Spie vanwege de vertragingen.
In maart 2020 werd het project eindelijk afgerond en na al het plussen en minnen stond er 22,3 miljoen euro onder de streep. Dat is dus inclusief de onderlinge afhandeling van de schadeclaims, de geplande kosten en de onverwachte extra kosten, ook voor de provincie zelf. Hiervoor was volgens de provincie overigens geen extra budget nodig.