Het aantal Nederlanders dat in de zomermaanden op vakantie ging in eigen land lag in 2020 ruim een kwart hoger dan in de zomer van 2019. Dit is een fors herstel ten opzichte van de eerste helft van 2020, toen het aantal vakanties in eigen land door de coronamaatregelen ruim 30 procent lager lag dan een jaar eerder. Hoewel er voor vakanties naar het buitenland in het derde kwartaal van 2020 sprake was van herstel, lag dit aantal nog steeds bijna 60 procent lager dan in 2019. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers uit het vakantieonderzoek.
In het derde kwartaal van 2020 gingen Nederlanders 11,4 miljoen keer op vakantie. Dat is drie keer zo vaak als in het tweede kwartaal van dit jaar (3,8 miljoen), maar nog steeds een kwart minder vaak dan in dezelfde periode in 2019. Toen gingen Nederlanders 15,1 miljoen keer op vakantie.
De daling van het aantal vakanties van juli tot en met september van 2020 is volledig toe te schrijven aan vakanties in het buitenland. In die periode steeg het aantal vakanties in Nederland van 6,0 miljoen in 2019 naar 7,6 miljoen in 2020. Dit is een toename van 26 procent, terwijl het aantal vakanties buiten de landsgrenzen in het derde kwartaal juist 60 procent lager was. In 2019 gingen Nederlanders in die periode nog 9,1 miljoen keer op vakantie in het buitenland, in 2020 was dit 3,9 miljoen keer.