Het hoger beroep van de Alkmaarder, die op 10 mei 2018 een man uit Bergen mishandelde in Bergen, is verworpen. De verdachte beriep zich op noodweer, maar het gerechtshof in Amsterdam vond dat gezien diverse getuigenverklaringen ongeloofwaardig. De geldstraf van 750 euro en 700 euro vergoeding voor immateriële schade blijven van kracht.
Op de bewuste dag zat de man uit Bergen met een vriend op een terras in Bergen. De Alkmaarder liep tegen de vriend aan en pakte daarna de bovenarm of schouder van de Bergenaar. Deze liep daarna naar eigen zeggen vanaf het terras de openbare weg op, waarop de Alkmaarder achter hem aankwam en hem met zijn vuist op zijn mond sloeg. Het slachtoffer liep daarbij een hersenschudding op, enkele losse tanden en een zwelling aan zijn lippen.
Naast de vriend waren er nog twee getuigen die zagen hoe het slachtoffer werd achtervolgd en geslagen. Bovendien was er een vierde getuige die kort na het incident uit een restaurant ging kijken toen hij buiten herrie hoorde. Hij zag de verdachte met een aantal andere mensen op straat staan, een van hen met een wat bebloed gezicht. Daar leek de verdachte het mee aan de stok te hebben. Een huisarts bevestigde dat het letsel overeenkomt met de verklaringen over de mishandeling.