Het programma ‘Integratie en participatie’ van Regio Alkmaar verloopt goed. Zo heeft meer dan 80 procent van alle migranten met een verblijfsstatus na afronding betaald werk, vrijwilligerswerk of een opleiding. Dat blijkt uit een evaluatie over de periode 2017-2019 die het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van de regiogemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, Langedijk, Bergen, Heiloo, Castricum en Uitgeest heeft uitgevoerd.
Via het programma helpen de regiogemeenten, Halte Werk en Vluchtelingenwerk statushouders met inburgering, (re-) integratie, participatie en huisvesting. Tijdens interviews met deelnemers werden de volgende positieve resultaten het meest genoemd: het programma heeft een goed bereik, weinig deelnemers vallen af, ze hebben veel geleerd, redden zichzelf beter, doen meer mee met de samenleving, hun Nederlands taalgebruik ging vooruit en ze constateerden meer ervaring en expertise bij de re-integratiebedrijven.
Maar er zijn ook aandachtspunten. Zo gaven statushouders aan weinig zicht te hebben op welke organisatie nu precies wat doet en wat zij van de diverse begeleiders kunnen verwachten. Een aantal had verwacht vaker contact met hen te hebben. Maar dat had veel met de coronacrisis te maken. Deelnemers starten het programma in het AZC en dat haperde aan het begin van de periode.
Waardse wethouder Bert Fintelman is coördinator van het integratie-programma. Hij is blij met deze rapportage: “We zijn op de goede weg, waarbij we nog wel stappen willen maken om de integratie en participatie verder te verbeteren."
De uitkomsten van de evaluatie worden meegenomen in de regionale aanpak voor de nieuwe inburgeringswet die per 1 juli 2021 ingaat.