Een regionaal collectief van bedrijven heeft een brandbrief gestuurd naar gemeenten en de provincie, omdat men het niet eens is met de aanpak voor de Regionale Energie Strategie in Noord-Holland Noord. Ondanks diverse bijeenkomsten vindt het collectief dat er te weinig participatie is, en onvoldoende draagvlak. Er worden alternatieven geboden.
Het Economisch Forum, een vereniging van bedrijfsleven, onderschrijft het belang van de energietransitie, maar ziet gemiste kansen bij het ontwerp van de RES. LTO Noord regio West behoort hier niet bij, zij steunt de huidige RES-aanpak. Forumvoorzitter Friso de Zeeuw: “Wij hebben waardering voor de inzet en betrokkenheid van alle deelnemers in de RES. Wij menen echter dat de huidige opzet en de resultaten onvoldoende draagvlak heeft en kansen onbenut laat.”
Bestuurslid Hans Huibers, tevens voorzitter van de Westfriese Bedrijvengroep: "Wij hebben gehoord dat ideeën voor besparingen en alternatieve oplossingen voor energieopwekking niet binnen de al geformuleerde scenario’s pasten. Het doel van deze RES lijkt daarmee de zoekvraag naar locaties voor wind- en zonne-energie. Dit creëert onnodige weerstand bij al die partijen die grote bezwaren tegen nog meer windmolens of grote zonneweides hebben."
Het collectief vindt inspraakavonden en ateliers met deskundigen weinig effectief, en ziet liever dat de tijd wordt genomen om rechtstreeks met belangengroepen tot voor iedereen eerlijke, concrete afspraken te komen. Daarbij moet duidelijk zijn wie wanneer aan zet is, en wie waarvoor verantwoording draagt en aanspreekbaar is. Het tempo blijft erin als er eerst volop ingezet wordt op weinig controversiële projecten.
Daarnaast kan verder worden gekeken dan wind en zon. Bijvoorbeeld energiebesparing, innovatie en meer benutting van water en daken. Het collectief wil graag volle inzet op innovatie, en dat hiervoor flexibiliteit in de doelen en maatregelen wordt gehouden.
Het collectief erkent dat er dan mogelijk wordt afgestapt van de landelijke RES-richtlijnen. "Dan is dat maar zo. Provincie en gemeenten kunnen zelfbewust terugkoppelen dat op basis van de discussies in de regio een andere aanpak gewenst is."
Zij beschrijven tot slot een scenario waarbij op papier wordt voldaan aan de doelstellingen, maar waar in de praktijk nauwelijks voortgang wordt geboekt. “En dat is zonde van ieder zijn tijd.”