Maandag was de regionale aftrap van het nieuwe programma tegen huiselijk geweld en kindermishandeling: ‘Geweld hoort nergens thuis’. Ongeveer honderd professionals uit Noord-Holland Noord hebben tijdens de goed bezochte startbijeenkomst speerpunten gekozen voor de komende drie jaren. De speerpunten zijn gericht op het zo vroeg mogelijk signaleren en duurzaam stoppen en oplossen van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Wethouders, politieagenten, jeugdhulpverleners, medewerkers van de reclassering en raad van de kinderbescherming, schoolmaatschappelijk werkers en nog vele andere disciplines uit de regio hadden zich verzameld om vanuit de praktijk knelpunten en prioriteiten te benoemen. Doel daarbij is om de verscheidene vormen van aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten.
De komende drie jaar gaan organisaties uit Noord-Holland Noord met drie actielijnen uit het programma aan de slag. De eerste is gericht op het eerder en beter in beeld brengen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ten tweede wordt er aandacht besteed aan het duurzaam stoppen van geweld en tenslotte is er aandacht voor specifieke doelgroepen zoals bijvoorbeeld slachtoffers van ouderenmishandeling, seksueel misbruik of kinderen in kwetsbare opvoedsituaties.
Tjitske Biersteker-Giljou, wethouder Zorg van Den Helder, over het belang van de aandacht voor deze problematiek: “Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld. Het heeft een grote impact op betrokkenen, zowel geestelijk als lichamelijk. Ook is er een verband tussen huiselijk geweld en agressie in de maatschappij."
Elly Konijn, Alkmaars wethouder Jeugdzorg & Volksgezondheid, vult aan: “Vooral bij kinderen kunnen de gevolgen groot zijn. Bijvoorbeeld minder presteren op school, zich isoleren of zelf overgaan tot geweld. In hun verdere leven hebben ze relatief vaak moeite met relaties en de opvoeding van hun eigen kinderen. Daarom moeten we er alles aan doen om deze problematiek adequaat aan te pakken.”
‘Geweld hoort nergens thuis’ wordt gefinancierd vanuit de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Noord-Holland Noord (ook het gebied van één GGD en Veiligheidsregio) bepaalt zelf hoe het project wordt uitgevoerd. Hierdoor sluit het project nauw aan bij wat er in de regio nodig is en al is opgebouwd.