Volgens het CBS zijn de afgelopen vijf jaar steeds minder mensen slachtoffer van'traditionele criminaliteit'. Vooral jongeren en ouderen zeggen minder vaak slachtoffer te zijn van bedreiging, mishandeling, diefstal, zakkenrollen, beroving en vernielingen.
De grootste daling geldt voor jongeren in de leeftijd van 15-25 jaar. Waar in 2012 nog 26 procent van de jongeren slachtoffer werd van criminaliteit, is dit cijfer in 2017 afgenomen tot 20 procent. Deze grote daling is vooral te danken aan het sterk afgenomen percentage vandalismedelicten. Vergeleken met 2012 waren 34 procent minder jongeren slachtoffer van vernielingen.
Ook meet het CBS een sterke daling in de groep van 65-plussers. In 2017 gaf 9 procent van ouderen aan slachtoffer te zijn van praktijken dat te maken had met geweld, vermogen (zoals inbraak, diefstal) of vandalisme. In 2012 was dit cijfer nog 12 procent. De sterkste daling is te vinden in de categorie vandalisme; 33 procent minder ouderen waren in 2017 slachtoffer van vernielingen vergeleken met de cijfers van 2012.
Voor de hele bevolking daalde het slachtofferschap van deze vormen van criminaliteit in deze periode van 20 procent naar 15 procent.
De 'traditionele criminaliteit' wordt door het CBS onderverdeeld in drie categorieën, namelijk geweldsdelicten (mishandeling, bedreiging, seksuele vergrijpen), vermogensdelicten (zakkenrollerij, beroving, diefstal en inbraken) en vandalisme (vernielingen in het algemeen en aan voertuigen).