Reclame

Alkmaar, 27 mei 2013. In het luchtruim boven Uitgeest heeft zich op 13 november 2012 geen 'bijna-botsing' voorgedaan. Dat staat in het rapport 'Afstandsverlies tussen twee vliegtuigen boven Uitgeest', dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vandaag heeft gepubliceerd. Op de bewuste dag moesten een Boeing 737 en een Airbus A330 landen op respectievelijk de Polderbaan en de Zwanenburgbaan van luchthaven Schiphol. Deze landingsbanen liggen parallel. Om onveilige situaties te voorkomen, moeten vliegtuigen zowel verticaal als horizontaal afstand tot elkaar bewaren. Doordat de luchtverkeersleider afweek van de normale aanvlieghoogte, kwamen twee verkeersvliegtuigen te dicht bij elkaar. Hoewel dat niet direct tot een onveilige situatie heeft geleid, brengt deze manier van werken wel veiligheidsrisico's met zich.

Wanneer vliegtuigen dichter bij elkaar komen dan de voorgeschreven minimumafstand, ontstaat er een potentieel risico en wordt gesproken van een incident. Voordat daadwerkelijk gevaar optreedt¸ krijgt de bemanning diverse (deels automatische) waarschuwingen en heeft voldoende mogelijkheden om uit te wijken. De laatste, meest kritieke automatische waarschuwing is dat er botsingsgevaar dreigt. Op het moment dat de twee toestellen elkaar het dichtst genaderd waren, bedroeg de onderlinge afstand 1,1 kilometer. Dit was geen aanleiding voor het waarschuwingssysteem om een melding af te geven. Op het moment dat de vliegtuigen elkaar het dichtst waren genaderd vlogen ze parallel.

De Onderzoeksraad is van mening dat luchtverkeersleiders een zekere mate van vrijheid van handelen moeten hebben, maar dat wel duidelijk moet zijn binnen welke grenzen vrij gehandeld kan worden. De Onderzoeksraad raadt Luchtverkeersleiding Nederland aan in haar veiligheidsprogramma 'Duidelijkheid in veiligheid' aandacht te besteden aan de voorwaarden waaronder afgeweken mag worden van de voorgeschreven werkwijze bij gelijktijdig parallel baangebruik. Meer is te vinden op de website van de onderzoeksraad.

Pin It
Bekeken: 1441x
Reclame