Over ongeveer vijf en een halve maand word ik grootvader. Of opa, net hoe je het noemen wilt. Al lijkt opa een soort afkorting van ouwe pa. En dat ouwe staat me niet zo aan. Tegenstaan is weer iets anders. Als de spiegel me niet mijn meer en meer grijs wordende haren laat zien, dan zijn er nog de foto’s. Of mensen die het opvalt en er een opmerking over maken. Het fenomeen van eeuwige jeugd lijkt niet voor me weggelegd. Of juist wel. Weggelegd, terzijde geschoven. Niet angstvallig, maar ook dat terzijde. Het leven zit vol mooie dingen, als je er voor open staat.
Mijn mooie dochter is 24 en heeft dus meer leven voor zich. Met leven bedoel ik niet de geluiden die met de komst van een baby gepaard gaan. Dan zou het herrie zijn, hoe storend het soms is, vooral tijdens onrustige nachten. Het is aan dochterlief en schoonzoon om daarmee om te gaan. Dat geldt natuurlijk in algemeen opzicht. Uit mijn nu grijze verleden kan ik me van haar geboorte en de periode daarna nog veel herinneren. Goedbedoelde raad, adviezen, mensen die het al dan niet uit eigen ervaring goed denken te weten. Veel bezorgdheid bij en na zo’n blijde gebeurtenis.
Dan komt ook de blijde doos, de felicitatiedienst. Met gratis producten en andere lokkertjes. Luiers, voeding, speeltjes, verzekeringen. Alles op provisiebasis, verkoopgericht. Veel afleiding bij het zicht- en hoorbare nieuwe leven. Alweer een estafettestokje doorgegeven binnen de levenscyclus.
Aan mijn prikbord hangt een slabber. “Ik ben opa’s knuffel” staat erop. Met twee uitroeptekens, dat kunnen er best meer worden wat mij betreft. Al is het voor nu nog even wennen, ook aan de fijne gedachte. Hoe daarmee om te gaan, ergens tussen eind oktober, begin 2011 en verder? Eigenlijk houdt die vraag me nauwelijks bezig, geen concreet idee. Gelukkig is mijn lief Heleen niet alleen lief (en mooi, dat zeker niet terzijde) en intelligent, ze is bijzonder menselijk, in positieve zin. In veel opzichten een prachtige stimulans.
Hoe D en R zullen omgaan met hun kindje? Geen vraagtekens, of hoofdbrekens. Vol vertrouwen!
Klaas Luchtmeijer