Na drie jaar toegewijd monnikenwerk is het archief van het Alkmaarse Kaasdragersgilde bijna klaar om te worden overgedragen aan het Regionaal Archief Alkmaar. Een mijlpaal in de geschiedenis van het gilde, dat al 452 jaar bestaat en al die tijd een opvallende rol speelt op het Waagplein: "Drie meter geschiedenis van broederschap", stelt amateur-historicus Joris Jan de Vries.
Samen met kaasdrager Jette de Vries (nee, geen familie) heeft hij hier jarenlang vrijwillig zijn vrije uurtjes aan opgeofferd. Alle Kaasdragers hebben een bijnaam. Daarom staat Jette binnen het gilde al bijna 40 jaar bekend als De Bougie.
Als er nog een bijnaam voor Joris Jan bedacht moet worden, komt De Griffier misschien in aanmerking: als een klassieke, gilde-achtige eretitel, passend bij iemand die zich heeft bekwaamd in het lezen en ordenen van eeuwenoude handschriften.
Joris Jan is geen kaasdrager, maar wel een geboren Alkmaarder met een passie voor geschiedenis en genealogie. “Ik heb altijd iets gehad met de stad en de verhalen. Als kind liep ik al tussen de Edammertjes op het plein. Nu mag ik meedoen aan het bewaren van het verhaal.” (tekst gaat verder onder de foto)

Groene, Rode, Gele en Blauwe hoedjes, zo herken je al eeuwenlang de leden van de vier 'vemen'. Het Kaasdragersgilde van Alkmaar bestaat officieel sinds 1593. De gildeleden – altijd 28 mannen, verdeeld over deze vier groepen – vormen de dragers die met hun typerende drafje de kazen over het Waagplein vervoeren. Een traditie die wereldwijd bekend is. Zoveel geschiedenis leidt ook tot veel verhalen, verstopt in een groot archief.
Wat begon met de vraag of Joris Jan iets kon achterhalen over twee schilderijen in de kaasdragerskamer, groeide uit tot een ware archiefoperatie. "Ik had al ervaring met oude handschriften en archieven, maar wat ik hier aantrof was ongeordend, dubbel, en deels onleesbaar. Maar ook fascinerend. Elke map, elk vergeeld vel bleek een inkijkje in de wereld van het gilde." (tekst gaat verder onder de foto)

"Op een gegeven moment lag er een enorme stapel dozen, mappen, enveloppen en losse documenten," vertelt Joris Jan. "Van kasboeken tot ledenlijsten, van uitnodigingen tot reglementen — alles zat door elkaar. Elk document is door onze handen gegaan. Alles is geschoond, geordend en geclassificeerd."
Het resultaat is een volledig geordend en geïnventariseerd archief, waarvan de oudste stukken ruim 150 jaar teruggaan. Er was nog veel meer geweest, als de Alkmaarse brandweer in de jaren '50 niet met een waterstraal een raampje kapot had gespoten van het Waaggebouw. Dat gebeurde tijdens een demonstratie voor het publiek op het Waagplein. Een groot deel van het archief belandde daardoor enkele jaren later zwaar beschimmeld bij het oud vuil. (tekst gaat verder onder de foto)

Van het archief dat nog gered kon worden en de jaren daarna weer groeide, hebben Jette en Joris Jan bijvoorbeeld honderden namen van kaasdragers in kaart gebracht, teruggaand tot de oprichting. “We hebben inmiddels meer dan 90 procent geïdentificeerd,” zegt Joris Jan. “Soms met bijnaam, soms met dienstjaren, en soms alleen een spoor in een benoemingsbrief.”
Het archief geeft veel antwoorden, maar zorgt ook voor nieuwe vragen. Daarbij is de hulp van het publiek welkom: er zijn vier bijnamen van kaasdragers van circa 100 jaar geleden waarbij niet duidelijk is wie deze mensen zijn: Petroleum, De Schar, De IJffeltoren en De Zoeloe. Als er een belletje gaat rinkelen bij een nazaat van die kaasdrager, dan houden Joris Jan en Jette zich aanbevolen voor de gouden tip. Graag even melden bij
Wat het project bijzonder maakt, is niet alleen de inhoud van het archief, maar vooral wat het laat zien over de sociale samenhang binnen het gilde. “Het woord broederschap is hier geen loze term,” zegt Joris Jan. “Je ziet door de eeuwen heen hoe sterk de onderlinge band is. Kaasdragers zorgen voor elkaar, ook buiten het Waagplein.” (tekst gaat verder onder de foto)

Een treffend voorbeeld is het zogeheten weduwenfonds, waarin tot in de jaren ’70 geld werd uitgekeerd aan achterblijvende families. Er is correspondentie gevonden van een kaasvader met een drager die in de gevangenis zat, waarin blijkt dat het contact met diens gezin werd onderhouden. Zonder oordeel, maar met menselijke zorg. Jette stelt: “Zulke documenten laten zien dat het gilde altijd een sociale gemeenschap is geweest, niet alleen een werkeenheid.”
Eén van de opvallendste verhalen uit het archief speelt zich af tijdens de Bataafse Republiek, rond 1795. In deze turbulente tijd, waarin de oude orde moest wijken voor revolutionaire idealen, werden verschillende kaasdragers ontslagen wegens hun Oranjegezindheid. “Dat was ongekend,” zegt Joris Jan. “Maar wat nog uitzonderlijker is: er werd daarna een volksraadpleging georganiseerd — een soort referendum avant la lettre — waarin de stad mocht stemmen of deze mannen weer mochten terugkeren.” (tekst gaat verder onder de foto)

Uiteindelijk werden velen van hen herbenoemd. “Dat is voor mij het mooiste voorbeeld van hoe het gilde altijd midden in de samenleving heeft gestaan. Vrijheid, gelijkheid, broederschap — die idealen vonden toen letterlijk hun weg op de kaasmarkt,” zegt hij met zichtbare bewondering.
Het archief laat ook zien hoe de kaasdragers vroeger veel meer waren dan ceremoniële figuren. Ze waren sjouwers, sterke mannen die alles wat in Alkmaar werd aan- of afgevoerd over de kades trokken. Niet voor niets komt de uitdrukking "vechten tegen de bierkaai" uit dit soort werk: je legde het af tegen zulke gespierde types. (tekst gaat verder onder de foto)

Toch was hun positie niet vanzelfsprekend. “In de 16e eeuw ontstond er behoefte aan regulering van de markt,” legt Joris Jan uit. “Zodat er eerlijke tol werd geheven, en er toezicht kwam op wegen en meten. Vanuit die behoefte ontstond het gilde.” Dat het tot op de dag van vandaag bestaat, is volgens hem te danken aan het vermogen zich telkens opnieuw uit te vinden — zonder het verleden te verloochenen.
Het archief bevat niet alleen officiële stukken, maar ook talloze kleine verhalen die het gilde kleur geven. Correspondentie met tv-programma’s als die van Rudi Carrell, uitnodigingen voor optredens in Japan of Hongkong, kruimelavonden met gevulde koeken voor moeder de vrouw en duivekater met een dikke laag roomboter en kaas voor de kinderen.
En het mooiste: dankzij de inspanningen van Joris Jan en Jette is dit alles straks toegankelijk voor toekomstige generaties. “Het staat straks netjes geordend in zuurvrij papier, met lintjes en plaatsingslijsten,” zegt Joris Jan. “Ik verwacht dat het ongeveer drie meter plankruimte gaat innemen. Drie meter geschiedenis. Drie meter broederschap.” (tekst gaat verder onder de foto)

Vrijdag volgt het gesprek met het Regionaal Archief Alkmaar. Voor kaasdrager Jette van het Groene Veem voelt het als een bekroning. “We zijn er zuinig op, maar de tijd is rijp dat anderen het ook kunnen zien, gebruiken, bestuderen. Het is onze plicht om dit over te dragen.”
En dan, met een glimlach: “Er is maar één ding dat je niet moet doen als het straks is overgedragen. Laat de brandweer maar niet oefenen bij het Regionaal Archief.”