Volgens eeuwenoude traditie werd vrijdag stipt om 10:00 uur de kaasbel van de Alkmaarse kaasmarkt geluid. Maar deze keer was er wat bijzonders aan de hand: het Hollands Kaasmuseum in het Waaggebouw bestaat op de kop af 40 jaar. Marianne Lakeman had de eer de kaasbel te luiden. Marianne is van de 40 jaar dat het bestaat al 38 jaar vrijwilliger bij het kaasmuseum.
Het luiden van de kaasbel is altijd een hele gelegenheid, die al begint in het stadhuis. Marianne genoot met volle teugen, laat ze aan Alkmaar Centraal weten. "Dat was enorm. Het was iets waar je van droomt. Dat je dat officieel mag doen. Eerst een bezoek bij de burgemeester, dan hier naartoe lopen, en dan al die mensen.... Ja en dan kan je zeggen 'dat zie je iedere vrijdag', dat is waar, maar op een hele andere manier. Dan sta ik in het museum, en nu mídden ertussen! Ongelofelijk."
De plannen voor een kaasmuseum gaan terug tot voor de Tweede Wereldoorlog, vertelt secretaris Joop Brakenhoff. "Toen had men al zo af en toe het idee: we moeten wat doen met al die mooie attributen die gaan over kaasmarkten. Maar het heeft uiteindelijk nog tot de jaren 70 geduurd, voor er echt concrete plannen zijn gemaakt. Dat zijn met name een aantal kaashandelaren geweest die met de kaasmarkt bekend waren."
In de afgelopen 40 jaar is er veel veranderd. "Ik zou bijna zeggen: kijken kijken kijken en niet aankomen. Alles achter glas, en een klein bordje d'r bij wat de betekenis was. En dat was het", vervolgt Brakenhoff. Maar het museum werd langzamerhand te ouderwets, dus werd het tien jaar geleden grondig onderhanden genomen. De heropening werd gedaan door niemand minder dan Koning Willem-Alexander. Nu is er van alles te beleven én te doen. "Als bezoekers snel door het museum willen zijn ze met een uurtje klaar, maar de echte liefhebbers kunnen hier uren doorbrengen."
Marianne heeft het na 38 jaar nog altijd erg naar haar zin in het kaasmuseum. "Het is gewoon één grote familie. We doen het allemaal op onze manier, respecteren elkaar, het is er heerlijk werken." Dit weekend is het Kaasmuseum te bezoeken voor de prijs van 40 jaar geleden: één gulden.