Ruim twee derde van de Noord-Hollanders is bereid meer zorgpremie te betalen, als het zorgpersoneel hierdoor beter betaald krijgt. Dit blijkt uit een onderzoek van NH Nieuws en Kieskompas. Tijdens de hectische coronaperiode kregen zorgmedewerkers veel blijk van waardering, en onze mediapartner wilde weten wat daar nu nog van over is en hoe dat zich in beloningen vertaalt.
Tanneke Goverse, verpleegkundige en operatieassistent in het Alkmaarse Noordwest Ziekenhuis: "Dat applaus was wel fijn, maar met applaus kan ik niet bij de supermarkt betalen". De uitingen van waardering klinken niet veel meer en al zijn er stapjes gezet, de financiële waardering voegt nog steeds niet met steeds hogere werkdruk. In het tweede kwartaal van 2022 vond 50 procent van de werknemers in de zorg & welzijn hun werkdruk (veel) te hoog, aldus het CBS. Dat is zeven procent meer dan een jaar daarvoor.
Neem bijvoorbeeld de standby-vergoedingen in het weekend. "Die zijn nog lager dan een gemiddelde vrijwilligersvergoeding", merkt Goverse op. Tijdens zo'n dienst moet ze wel binnen een half uur, omgekleed en wel, paraat kunnen staan in het ziekenhuis. De vervoerskosten moet ze zelf betalen. Ze is na inmiddels 30 jaar nog niet van plan om de handdoek in de ring te gooien, ze hoopt van harte dat er wat meer financiële erkenning komt. "En we hoeven echt niet de hoofdprijs, we willen gewoon marktconform betaald worden."
"Niet klappen, maar lappen voor de zorg!" Voor FNV-bestuurslid Cor de Beurs is het wel duidelijk wat er moet gebeuren. Met het verdwijnen van de hectiek van corona, verdampte volgens hem ook de politieke steun voor de zorg. Volgens De Beurs keek iedereen reikhalzend uit naar de bonus, ook als token van waardering. Maar tijdens de voorbereidingen werd er al ontzettend op gekort. Bij een daaropvolgend debat over structureel meer geld naar de zorg, gaven meerdere Kamerleden van coalitiepartijen niet meer thuis.
Daarna volgden de cao-onderhandelingen. Afgelopen vrijdag was de vijfde ronde tussen de vakbond en werkgevers, waarbij ze volgens de FNV 'geen stap verder' zijn gekomen. De vakbond ging ervan uit niet meer te hoeven bewijzen hoe belangrijk goede zorg is, na de coronaperiode. Cor de Beurs: "Maar dat bleek dus wel het geval, want in het aanbod van de werkgevers zat qua geld en werkdruk geen verbetering. Je houdt het goddomme toch niet voor mogelijk!"
De Beurs ziet net als Goverse mondjesmaat vooruitgang. Veel te langzaam volgens hem, en een peiling van de FNV onder 4.450 zorgmedewerkers onderschrijft de urgentie: 60 procent onder de 35 jaar overweegt zelfstandige of flexwerker te worden. "Om te ontkomen aan de hoge werkdruk. Dat is toch een brevet van onvermogen voor de werkgevers. Het is van de gekken dat we nu weer moeten bewijzen dat de zorg beter gewaardeerd moet worden. Maar we gaan het doen, daar is de vakbond voor."
Tanneke Goverse vindt het lastig om nog rooskleurig naar de toekomst te kijken. Ze verwacht dat op deze manier er uiteindelijk niemand meer in de zorg wil werken. "En dan wordt er nog meer van ons verwacht", vult een collega aan. "Het is een vicieuze cirkel."