Het is nog geen 45 vierkante meter groot en daar woonde dan een gezin met zeven kinderen in. Je kunt het je nu nauwelijks meer voorstellen, maar vroeger stonden er tientallen van dit soort huisjes in Schermerhorn. Waar veel huisjes ten prooi vielen aan de sloophamer is er één huisje gered. De stichting die dat voor elkaar kreeg, bestaat 30 jaar en dat wordt groots gevierd.
"We hebben heel veel pandjes gesloopt", vertelt Henk de Reus van Stichting Het Kleinste Huisje van Schermerhorn enigszins schuldbewust aan mediapartner NH Nieuws. De Reus had vroeger een bouwbedrijf en veel van die kleine tuindershuisjes werden gesloopt om er moderne woningen voor terug te bouwen. "Dat was de tijd, de oude huisjes moesten wijken en daar kijken we nu toch met een beetje spijt op terug." Tot 1987 werd het huisje op 't Zuidje in het dorp bewoond. Opa Cornelis Konijn woont dan al in het laatste huisje van zijn soort. Als hij overlijdt, verkopen de erfgenamen het pandje aan de gemeente. Het huisje kwijnt daarna snel weg, totdat dorpsbewoners een stichting oprichten om het pandje te redden.
"We hebben toen het hele huisje eigenlijk opnieuw opgebouwd", vertelt De Reus, die zelf aan de slag ging om het huisje te redden. "We hebben veel oude materialen gebruikt om het zoveel mogelijk in oude luister te herstellen. We hebben alleen het dak iets verhoogd, zodat je je hoofd niet stoot tegen het plafond."
Het pandje is volgens Tony Keevel heel mooi hersteld. Tony is historicus en sinds een jaar of zes vrijwilliger van de stichting. "Het hele dorp stond vol met dit soort huisjes, die zijn allemaal verdwenen. De mensen waren tuinders in de Eilandspolder, ze verdienden tachtig cent per dag. Dat was geen vetpot, dus een groot huis zat er niet in."
De stichting die het laatste huisje van de sloophamer kon redden, bestaat nu 30 jaar. Het huisje is nu een museum waar je in het weekend terecht kunt. In de katholieke kerk in Schermerhorn wordt het jubileum groots gevierd tijdens de jaarlijkse Vriendendag. Er wordt een toneelstuk opgevoerd waarin het verhaal over het huisje en de bewoners wordt verteld. Ook wordt er een boekje gepresenteerd. "Na afloop gaan we uiteraard borrelen in de tuin van het museum. Binnen is het daarvoor net iets te klein."
Van sloper naar beschermheer dus, Henk de Reus moet er om lachen. "Ja dat klopt eigenlijk wel. We moeten het oude meer waarderen, in tegenstelling tot waar we nu mee bezig zijn. Het is ook belangrijk dat de jeugd weet hoe er vroeger geleefd werd. Mensen hadden geen geld en leefden in armoede. Dat moeten we niet vergeten."