Het is vrijdagochtend een 'gezellige chaos' tijdens de Nederlandse les van onderwijskoppel Judith Klein (71) en Wim Prins (73). De twee Alkmaarders hebben zich via Team Vrijwillig opgegeven om vijf weken lang Nederlands te leren aan asielzoekers in de tijdelijke noodopvanglocatie in het Sportpaleis. Judith vindt het 'heel leuk om te doen, zelfs al is het een beetje een ratjetoe'.
Als Judith het nieuws voorbij ziet komen dat de komende weken zo'n 150 asielzoekers worden opgevangen op de wielerbaan, wil ze direct iets voor hen betekenen. Ze heeft een achtergrond als lerares en heeft onder meer lesgegeven in het Amsterdamse Osdorp, waar ze in aanraking kwam met kleuters die van huis uit bijna geen Nederlands kenden. "Het is dan lastig om met hen te communiceren, terwijl het juist zo belangrijk is om een gesprek te kunnen voeren met de mensen om je heen", vertelt ze. Haar eerste taalles in de noodopvang geeft ze aan kinderen, dus dat roept heel wat herinneringen op. "Wat wel een extra uitdaging is, is dat ik vroeger in de klas ook altijd kinderen had die wel Nederlands spraken", vertelt Judith. "Nu begin je helemaal vanaf nul."
Anders is ook de manier waarop de les verloopt. "Niet alle kinderen waren er op het moment dat de les begon, ze druppelden één voor één binnen. Dat is natuurlijk wel anders op een gewone school", zegt ze lachend. "Maar ik vond het heel leuk om te doen, zelfs al is het een beetje een ratjetoe."
Na de les aan de kinderen, waarin ze zichzelf leren voorstellen, een aantal woorden leren die te maken hebben met het menselijk lichaam en tekeningen maken van een poppetje waarboven ze hun eigen naam schrijven, is het de beurt aan de volwassenen. Een groepje mannen uit Pakistan en Syrië zit er klaar voor en is gemotiveerd om te leren. Lastig is wel dat het niveauverschil groot is. Sommigen kennen niet het Latijnse schrift, terwijl anderen goed Engels spreken. Judith vraagt hen in het Nederlands één voor één wat ze willen leren. "Alles", reageert iemand enthousiast.
Maar dat kan natuurlijk niet: "Het is zonde dat iedereen over vier weken weer ergens anders naartoe gaat, dan kun je niet echt iets opbouwen", zegt Judith. Toch is ze blij dat ze iets kan toevoegen: "Naast dat ik hen Nederlands leer, breekt het ook hun dag een beetje."
En dat is belangrijk, beaamt Annerieke Dekker van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. "Tot het moment dat asielzoekers hun verblijfsvergunning krijgen, staat hun leven in de pauzestand. Wij zijn dan ook heel blij met iedere vrijwilliger die iets kan toevoegen in deze periode." Dat kan, zoals Judith en Wim dat doen, door Nederlandse les te geven, maar ook op andere manieren. "We zijn nog hard op zoek naar mensen die een afgeronde activiteit willen organiseren", aldus Annerieke. "Denk aan tekenen of schilderen met de kinderen, een sportles, of bijvoorbeeld iets met muziek."
In eerste instantie zocht het Alkmaarse Team Vrijwillig ook naar gastheren en -vrouwen, maar aan mensen die activiteiten met een kop en een staart organiseren is op dit moment de meeste behoefte: "De asielzoekers zitten hier de hele dag, wachtend op wat komen gaat. Het is ontzettend waardevol om afleiding te kunnen bieden."
Ze is zich ervan bewust dat mensen daar soms kritiek op uiten. "Sommige mensen geven aan dat de situatie voor Nederlanders eerst moet verbeteren en het is duidelijk dat er een hoop crises spelen. Woningnood, boodschappen en benzine die steeds duurder worden... maar dat neemt niet weg dat deze mensen ook een veilige plek nodig hebben en we hen in de crisisopvang Noord-Holland Noord een zo goed mogelijke tijd willen geven." Wim vult aan: "Als ik van dat kleine grut zie rondlopen, denk ik: zo heb ik dat ook in de klas meegemaakt. Het zijn en blijven kinderen, waar ze ook vandaan komen. Daar moeten we ons best voor doen."