Na de zomervakantie gaan bestuurders van de Veiligheidsregio langs alle 52 brandweerposten om in gesprek te gaan over het teruglopend aantal vrijwilligers en hoe daarmee om te gaan. Er ontstond veel onrust toen bekend werd dat een derde van de kazernes voor afslanking was gemarkeerd, waaronder een aantal in regio Alkmaar. De Veiligheidsregio heeft besloten om meer tijd te nemen voor de uitwerking van de plannen en de vrijwilligers daar meer bij te betrekken.
De Veiligheidsregio probeert alle brandweerposten wat betreft reguliere inzet op sterkte te houden. Waar met name op teruggeschaald wordt is specialistische slagkracht, waar die toch maar weinig nodig is. De posten Heerhugowaard-De Noord, Groet, Koedijk en Stompetoren stonden hiervoor gemarkeerd. Kazerne Ursem dreigt te worden opgedoekt. Een derde van de kazernes moet worden opgeschaald om die in een groter gebied te leveren wanneer nodig.
Sinds het verontrustende nieuws zijn er lichtpuntjes geweest. In de hoop meer nieuwe vrijwilligers aan te trekken startte de Veiligheidsregio een pilot met een verkorte opleiding tot First Responder. First Responders zijn volledig inzetbaar, behalve voor specialistische taken en grote binnenbranden. De pilot is zo succesvol dat er liefst 21 vrijwilligers bij zijn gekomen voor onder andere Schoorl, Groet en Bergen. Bovendien zijn er twee die nog examen moeten doen en twee een herexamen.
De Veiligheidsregio zou eerst knopen doorhakken in december, maar neemt met de tour langs alle brandweerposten (met totaal 1.150 vrijwilligers) drie maanden extra de tijd. Daarna zal een nieuw brandweerzorgplan worden opgesteld.
Burgemeesters Rian van Dam (Hollands Kroon) en Monique Bonsen (Koggenland) zijn binnen het bestuur portefeuillehouders van de toekomst van de brandweer: “Wij willen dat brandweerlieden meedenken, hun mening geven. Zij zijn de mensen in het veld, we hechten enorm aan hun visie, geluiden en signalen vanuit de praktijk. Bij die personen moet je altijd je oor te luister leggen. Dat doen we nu post voor post, in plaats van in clusters van posten. Vandaar dat we daar meer tijd voor uittrekken.”
