Twee neven uit Alkmaar en Heerhugowaard zijn donderdag in hoger beroep door het Gerechtshof in Amsterdam voor loverboy praktijken veroordeeld tot hogere straffen dan de rechtbank in Haarlem voor hen in petto had. De 27-jarige M.O. en 26-jarige Y.O. kregen drieënhalf jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk. De celstraf was conform de eis van het Openbaar Ministerie.
De twee mannen, die toen in Zuid-Scharwoude en Sint Pancras woonden, bekenden in 2017 en 2018 twee meisjes van 17 en 18 jaar in de prostitutie te hebben laten werken. Maar ze hielden vol dat dit vrijwillig was. Beide meisjes waren verliefd geworden op Y., maar werden daarna door de neven gedwongen tot prostitutie. Beide tieners waren kwetsbaar en hadden psychische problemen, de oudste woonde zelfs in een instelling voor jeugdzorg in Heerhugowaard. De neven prezen de tieners aan op sekssites en brachten ze naar klanten in heel Noord-Holland. De tienermeisjes werden soms mishandeld als ze tegenstribbelden. Regelmatig werkten zij urenlang, dag en nacht. Er waren etmalen bij dat ze meer dan tien klanten hadden. De 'loverboys' lieten een van de vrouwen zelfs doorwerken met een geslachtsziekte of als zij ongesteld was.
De rechtbank in Haarlem kwam in 2019 voor de mensenhandel en maandenlange seksuele uitbuiting uit op een celstraf van 2,5 jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk. Bovendien werden ze 'geplukt' van 26.000 euro aan onrechtmatig genoten inkomsten. Zowel de neven als het openbaar ministerie gingen in beroep.
Dat leidt er nu toe dat de mannen terug naar de gevangenis moeten. Ze hebben anderhalf jaar in voorarrest gezeten en hebben dus nog minstens een jaar achter tralies tegoed. Daarnaast wijst het Gerechtshof de slachtoffers een schadevergoeding toe van in totaal bijna 70.000 euro. De neven moeten zich bovendien tenminste twee jaar houden aan een contactverbod met de jonge vrouwen en moeten zich van het hof verplicht laten behandelen.
Het hof tilt zwaar aan de seksuele uitbuiting en noemt het grove strafbare feiten: "Verdachten hebben zich totaal niet bekommerd om de gevoelens en het welzijn van de slachtoffers, maar hadden enkel oog voor hun eigen financiële gewin,” zo las het NHD in het vonnis.
