Twaalf maanden cel met oplegging van TBS onder voorwaarden wegens brandstichting en het veroorzaken van een levensgevaarlijke situatie. Die straf eiste het Openbaar Ministerie dinsdag in hoger beroep tegen E.O. uit Limmen. Hij stak op 3 oktober met een schildersdoek en een fles wasbenzine de auto van zijn schoonouders in de 3e Oosterberg in Egmond aan Zee in brand. Dat leidde tot een enorme vuurzee, waarbij vier auto’s vlam vatten en twee ruiten sneuvelden. Een aantal grote dubbelglasramen wankelde in de kozijnen. De straat was een ravage nadat de brandweer de brand onder controle had.
Een bewoonster liep brandwondjes in haar gezicht op toen ze via haar voordeur de straat probeerde te bereiken. Een invalide buurman moest zich van de trap laten vallen, omdat hij vreesde niet op tijd weg te kunnen komen. Een dag later werd de Limmenaar aangehouden. Hij bekende de brandstichting. Bij de politie verklaarde hij dat het een schreeuw om hulp zou zijn geweest.
De rechtbank in Alkmaar veroordeelde hem in 2019 tot een celstraf van twaalf maanden en TBS met voorwaarden. O. werd als niet geheel toerekeningsvatbaar verklaard. Hij ging in hoger beroep omdat hij zich niet kon vinden in de straf. Vooral de TBS wilde hij niet, omdat hij daarmee een TBS-stempel krijgt. "Daar houd ik de rest van mijn leven last van," zo stelde hij bij het Gerechtshof in Amsterdam.
Het was niet de eerste brandstichting waarvoor de man werd veroordeeld. In 2010 goot hij eerst brandspiritus in de brievenbus van de pleegmoeder van zijn kinderen en stak het daarna aan. O. zat een gevangenisstraf uit van vijf jaar wegens poging tot moord. Hij vertoont kenmerken van verschillende persoonlijkheidsstoornissen, zoals narcisme en antisociaal gedrag. De instellingen die hem de afgelopen jaren hebben begeleid, zijn echter positief over de ontwikkeling die hij doormaakt. De kans op herhaling is matig, maar dan moet hij wel onder behandeling blijven.
De slachtoffers zijn bepaald niet overtuigd zijn van de goede ontwikkeling van O. Zijn aanpassing zou maar schone schijn zijn. De slachtoffers denken dat hij zich uit berekening beter voordoet. Dat zou onder meer blijken uit zijn gedrag op internet. Als gedragsfilosoof heeft hij zich bij verschillende websites ingeschreven. Uit andere berichten zou grootheidswaanzin blijken.
De advocaat-eneraal durfde een lichter behandelingsregime voor O. nog niet aan. Daarom eiste hij dezelfde straf die eerder door de rechtbank werd opgelegd.