Restaurant LadyPapa B.V. hoeft geen 93.000 euro te betalen aan de verhuurder van het restaurant in het centrum van Bergen. Door de coronacrisis betaalde LadyPapa nog maar 50% van de huur over de maanden dat het restaurant van de overheid gesloten moest blijven. Volgens de verhuurder ontstond daardoor een huurachterstand, en die werd bij de kantonrechter opgeëist. De kantonrechter verwerpt dat echter. Volgens de uitspraak was de coronacrisis niet te voorzien voor de uitbaters, en daarom kunnen zij niet worden gehouden aan de huurovereenkomst. Volgens de rechter heeft LadyPapa correct gehandeld.
LadyPapa huurt de ruimte sinds 1 december 2019. De eerste vier maanden waren de horecaondernemers de zaak aan het verbouwen. Het restaurant ging open op 1 maart en moest op 15 maart alweer de deuren sluiten door de uitbraak van de coronapandemie. De sluiting van de horeca als gevolg van de overheidsmaatregelen leidde bij LadyPapa tot minstens 81% minder omzet. Volgens de kantonrechter is een huurprijsvermindering van 50 % dan gerechtvaardigd. Omdat LadyPapa de tijdens de sluiting van het restaurant de helft van de huur bleef doorbetalen, is er volgens de rechter geen huurachterstand.
Horecauitbater Marcel Hansen van LadyPapa wil eigenlijk nog niet reageren op de overwinning bij de kantonrechter: "Een paar dagen geleden was ik wel blij, maar vandaag hoorde ik dat de eigenaar in hoger beroep gaat. Daarom geef ik nu nog maar geen reactie."
