Kloosters vragen de overheid om in deze moeilijke corona-tijden bij te springen. In een brief aan het Ministerie van Economische Zaken vraagt de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR), de koepelorganisatie van alle religieuze gemeenschappen en instituten, om een compensatieregeling. "Eenzelfde regeling als die getroffen is voor horecagelegenheden of winkels", legt Bram Verheijen, coördinator van de Sint Adelbertabdij in Egmond-Binnen, op de radio van mediapartner NH Nieuws uit.
Het verzoek is onder meer namens de Sint-Adelbertabdij in Egmond-Binnen, het monasterium Sint Lioba in Egmond-Binnen en Onze Lieve Vrouw ter Noord in Heiloo. "Veel kloosters moeten in hun eigen behoefte voorzien, maar dat lukt nu niet. Kloosters zijn toch plekken van ontmoeting, bijvoorbeeld in gasthuizen, waar mensen niet meer komen." Op nog meer plekken vallen inkomsten weg. Want het klooster mist ook de klanten die spullen kopen in de abdijwinkel, zoals boeken en abdijproducten. Deze week opende de winkel weliswaar weer de deuren, net als alle andere winkels in Nederland, maar daarvoor waren de winkels gesloten.
In de abdij van Egmond-Binnen heeft het coronavirus het leven flink beïnvloed. Ondanks dat het gewone kloosterleven al een soort van quarantaine is, gaan bepaalde dingen wel gewoon door, legt Verheijen uit. "Denk aan het gebedsleven van de broeders, de maaltijden, kerkdiensten; gewoon het gemeenschapsleven. Maar het grote verschil is dat er nu geen bezoekers kunnen komen. In Egmond-Binnen hebben we een gasthuis waar normaal gesproken zestien mensen logeren, maar die zijn er nu niet."
Naast de financiële problemen die zijn ontstaan sinds de uitbraak van het coronavirus, worstelen de kloosters en abdijen ook met persoonlijk leed. "Vele broeders en zusters zijn overleden als gevolg van het coronavirus. Het niet afscheid kunnen nemen van medebroeders- en zusters heeft diepe wonden achtergelaten bij religieuzen."
In de Sint-Adelbertabdij in Egmond-Binnen is corona de broeders gespaard gebleven, maar in monasterium Sint Lioba heeft vrijwel iedereen het of heeft het inmiddels al gehad. Verheijen kent zelfs kloosters waar de helft van de gemeenschap is overleden. "Als het virus eenmaal binnen is, verspreidt het snel", zegt hij daarover.