Twee jongens die worden verdacht van drie brandstichtingen bij het PCC Fabritius begin vorig jaar, kregen donderdag werkstraffen van 120 en 150 uur tegen zich geëist, waarvan respectievelijk 50 en 75 uur voorwaardelijk. Er zitten voorwaarden aan de straffen verbonden en ze moeten van het OM een deel van de schade betalen. De jongens waren destijds 14 jaar oud. De derde keer sloeg de brand over naar het schoolgebouw en enorme schade aan.
Volgens het OM is op camerabeelden te zien dat de twee jongens op 24 en 25 januari op het schoolplein een aantal afvalcontainers in brand staken. Ze haalden papier uit de papiercontainer en steken het in brand, op de eerste dag met speciaal daarvoor gekochte brandversneller. De schade blijft beperkt.
Zondag 9 februari waren de verdachten volgens het OM terug om fikkie te stoken. Deze keer in de hoek van het schoolplein, expres buiten het zicht van camera’s en niet zichtbaar vanaf de weg. Ze staken een meegebrachte fietsband in brand en gebruikten daarbij wasbenzine, die ook op de gevelbeplating terecht kwam. Mede door de storm die dag slaat het fikkie over naar de besprenkelde gevel. Volgens het OM probeerden de jongens het vuur uit te trappen, maar dat lukte niet en ze renden weg. Een half uur later zouden ze nog even hebben gekeken en zagen ze toen rook.
Het gebouw brandde voor een aanzienlijk deel af. Er was schade voor ongeveer 2 miljoen euro. De toenmalige conciërge kwam er goed vanaf. Hij sliep in een kamer vlakbij het vuur toen brandweermannen binnen stapten.
"Een fikkie met grote gevolgen", aldus de officier. "Opzettelijke brandstichting is een ernstig en gevaarlijk feit. Zonder na te denken over de gevolgen voor anderen wilden de verdachten een fikkie stoken uit verveling. Zonder respect voor iemand anders’ eigendommen en gevoelens van veiligheid". De officier houdt rekening met de leeftijd van de jongens, hun proceshouding en dat jeugddetentie in dit geval geen pedagogische meerwaarde zou hebben.
De rechtbank doet naar verwachting uitspraak op 18 februari.
