De Egmonder Pinck is na een kort uitje weer terug in de loods aan Boulevard Zuid. Dinsdag werd de
“Claes Teunisz” te water gelaten voor een escorte van de replica van het VOC-schip de Halve Maen van Amsterdam naar tijdelijke thuishaven Volendam.

Afgelopen week had Sail Amsterdam 2020 moeten plaatsvinden. Wegens corona ging deze editie niet door. Ook allerlei andere evenementen met de bruine vloot vinden dit jaar geen doorgang. Er worden daardoor dit jaar weinig zeemijlen gemaakt door de vrijwillige onderhoudslieden en bemanningsleden van de Egmonder Pinck.

De Pinck voer dinsdag via de sluizen van IJmuiden naar het haventje van Nauerna. Woensdag werd de reis vervolgd om op het IJ de replica van De Halve Maen te begeleiden, die op de terugweg was uit het Rotterdamse Delfshaven. Daar heeft De Halve Maen ruim twee maanden meegedaan aan de herdenking van het vertrek van de ’Pilgrim Fathers’ naar Amerika. De Halve Maen heeft voorlopig een thuishaven gevonden in Volendam.

De Egmonder Pinck is een, door vrijwilligers gebouwde, eikenhouten replica van een platbodemvissersvaartuig uit 1670 waarmee de Egmonders op de Noordzee visten. Het kon na vele inspanningen in 2007 voor het eerst te water worden gelaten.

Donderdagavond kwam de Claes Teunisz met de acht bemanningsleden weer retour in Egmond. Voordat de Pinck weer op het strand werd getrokken en in de loods werd gestald, deed het schip eerst nog mee aan een oefening van buurman KNRM. (foto: Rob Glas)