GGD Hollands Noorden waarschuwt duinwandelaars voor de bastaardsatijnrups. Alhoewel deze soort niet nauw verwant is aan de eikenprocessierups, heeft het vrijwel dezelfde verdediging: brandharen die bij contact kunnen zorgen voor onder andere hevige irritatie aan huid en ogen. Ook dieren kunnen klachten krijgen.
De rups van de nachtvlindersoort Euproctis chrysorrhoea, heeft een donkerbruine tot zwarte kleur, bosjes lange geelbruine haren en kortere zwarte brandharen met weerhaakjes. Die haren kunnen door de wind meegevoerd worden en blijven nog lange tijd intact. De rups leeft in enorme spinsels en komt vooral voor in onze kustgebieden en houdt naast de eik van de beuk, iep, braam, duindoorn en meidoorn.
Naast roodheid, irritatie, bultjes en blaasjes, kunnen de brandharen ook zorgen voor overgeven, duizeligheid, koorts, een algeheel ziektegevoel en verkoudheidsachtige verschijnselen. Het advies van de GGD is dan ook om contact te vermijden, huid te bedekken en na eventueel contact goed te spoelen met lauw water. Meestal verdwijnen klachten binnen enkele dagen tot twee weken vanzelf. Middelen die helpen zijn menthol, calendula, aloë vera of lotio alba.
Bij blootstelling wordt aangeraden de haartjes met plakband weg te trekken en goed te spoelen. Kleding dient grondig gewassen te worden, liefst op 60ºC. Meer op ggdhollandsnoorden.nl en via 088–0100500. (foto: Wikipedia)
