Het Deense bedrijf Ørsted en een combinatie van Shell en ENECO zijn in de race om het nieuwe windpark voor de Noord-Hollandse kust te bouwen. Op 30 april sloot de inschrijving. Het Zweedse Vattenfall en het Duitse ENBW haakten af vanwege de ingestorte energieprijzen en onzekerheden door de coronacrisis.
De kavel waar Ørsted en Shell/ENECO om strijden heet Hollandse Kust Noord. Het komt circa 19 kilometer uit de kust tussen Egmond en Callantsoog. De turbines zijn goed voor 700 Megawatt aan elektriciteit. Dat is circa 2,5% van het totale huidige Nederlandse elektriciteitsverbruik.
De huidige windparken bij Egmond zijn vanaf 10 kilometer afstand van het strand te zien. Deze kunnen circa 228 Megawatt opwekken.
In 2030 moet circa 40% van alle elektriciteit in Nederland uit windparken op zee komen. Sinds 2018 geeft de overheid geen subsidie meer voor de bouw. De toekomstige exploitanten moeten zelfs een jaarlijkse erfpacht betalen aan de staat. De investering van meer dan 1 miljard euro moet volledig worden terugverdiend met de verkoop van de stroom .
Op momenten dat met de windparken op zee meer elektriciteit wordt opgewekt dan verbruikt, willen beide partijen het overschot gebruiken om groene waterstof te maken. Daarop kunnen de vrachtwagens van de toekomst rijden.
Sinds de coronacrisis zijn de elektriciteitsprijzen ingestort, omdat er veel minder vraag naar energie is. Voor windenergie wordt nu nog maar eenderde betaald van de prijs die minimaal nodig is om de aanleg van een nieuw windpark rendabel te maken. Beide partijen speculeren daarom op een flink herstel van de prijzen in de toekomst.
Deze zomer maakt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat bekend wie het park mag bouwen en exploiteren. Over drie jaar moet het windpark de eerste stroom leveren aan het elektriciteitsnet. (Foto's: © Ad Meskens / Harm Joris ten Napel. Illustratie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland)
