Op 22 juni 2001 werd Coen de Nijs op klaarlichte dag in het centrum van Alkmaar doodgeschoten. De politie kreeg nooit vat op de zaak, totdat de 46-jarige Juri H. uit Estland in mei dit jaar ineens de moord bekende. Over zijn motief zwijgt hij echter nog. Woensdag vond de eerste inleidende zitting plaats in de Alkmaarse rechtbank.
Juri H. was niet aanwezig vanwege vervoersproblemen vanuit de gevangenis in Ter Apel, waar hij vast zit vanwege verboden wapenbezit. Zijn advocaat zei dat H. erbij had willen zijn, meldt mediapartner NH Nieuws. "Wat hem betreft is het klaar. Hij wil dat zijn zaak zo snel mogelijk wordt behandeld. Hij begrijpt er niets van dat dat nog niet kan."
De Telegraaf berichtte eind mei over de aanhouding van Juri H. in zijn cel. Hij zou mogelijk daderkennis hebben. Het zou gaan om een huurmoordenaar met gewetenswroeging. Vervolgens bekende de Est de moord zelf te hebben gepleegd. Als H. inderdaad ingehuurd was, zou dat het zwijgen over zijn motivatie kunnen verklaren. Dergelijke details zouden tot represailles van de mogelijke opdrachtgever kunnen leiden.
Het proces tegen de Est gaat op 2 december verder, maar vermoedelijk wordt zijn zaak ook dan nog niet inhoudelijk behandeld. De aanklaagster kon niet zeggen of het onderzoek dan is afgerond.
