Als je maatje 36 hebt en je zegt dat je niet weet wat je aan moet, dan is er iets serieus mis met je. Bij mij daarentegen is het echt een probleem. Ok, een luxeprobleem. Ik ben een bevoorrechte vrouw. Ik mag, slingerend aan de arm van de man des huizes, van de ene naar de andere première. Of opening. Maakt niet uit. Ingrediënten zijn hetzelfde. Een spannende gebeurtenis en heel veel mensen die er goed verzorgd uitzien. Vrouwen die de juiste jurkjes dragen en mannen in pakken of mannen die in quasi nonchalante jasjes hangen en onder hun een spijkerbroek zich met roze, blauwe of rode schoenen tooien. Ja, mannen kunnen zich gewoon een hoop veroorloven, dat is mij wel duidelijk.
Vrouwen beseffen op een diepere laag dat kleding communicatie is. Afhankelijk van het testosterongehalte gaat een man gewoon los. Maar ik sta dus met mijn rondingen en verhoogde bewustzijn snikkend voor de kledingkast. Best, laten we het een uitdaging noemen. Wat trek ik aan ? En hoe doen die andere vrouwen dat? Bij de afterparty van de vastgoedfraude voorstelling De Verleiders (over mannen en geldingsdrang gesproken) werd ik opeens heel gelukkig van de leuke Loes Luca.
De comédienne had herkenbare problemen. Het rode jurkje kroop steeds omhoog. Met een glas in de hand probeerde ze steeds met de andere hand de loop van de natuur te keren door met neerwaartse bewegingen aan het strakke rode gevalletje te trekken. Met wisselend succes. Ik zelf had toen al ontdekt dat mijn legging niet kruisvast zat en dat ik de benen dicht bij elkaar moest houden om waardig de foyer van het De la Mar theater te kunnen verlaten.
Op de opening van het vernieuwde museum in de stad A. bleek ik de halve avond in mijn bh te hebben gestaan, omdat het nieuwe vestje vanwege mijn voluptueuze cups op essentiële punten was opengesprongen. Toen maakte dat echter allang niks meer uit. De avond was geopend door Joost Zwagerman, die zijn kans had gegrepen om de kleinburgerlijke geest van de stad A. eens stevig te portretteren.
De man had wel een punt, daar niet van, maar het was natuurlijk nogal opmerkelijk dat zo’n intelligente geest met de taart ging gooien op het feestje van de jarige. Vermoedelijk een geval van een overdosis frustratie- testosteron. De man was boos (-op een diepere laag waarschijnlijk op zijn ex of zo-) en ging hier los. Ja, en dan doet zo’n opengesprongen vestje er niet meer toe. Mijn geluk bij het ongeluk van de gastvrouw.
Buiten stond Joost. Ik ook. Nadat ik het euvel had ontdekt en verholpen. En onder de sterrenhemel zag ik de overeenkomst. Hij ging los en mijn vestje ook: is dat erg ?! Joost mag het weten. Ik weet in ieder geval dat bij de commotie over zijn kaping van het feestje mijn outfit er niet meer toe deed. Het was, in zekere zin, een bevrijdende gedachte.
Lidwien Feld