Sinds ik door een achteropkomende wielrenner seksueel en ongewenst in mijn kont ben geknepen heb ik een bloedhekel aan alles wat man is en op zondagochtend in een wieleruitrusting op de velo springt. En natuurlijk wil het ongeluk ook nog eens dat ik aan een fietspad in de stad A. ben gaan wonen. Ja, rampspoed komt nooit alleen. Ik ben dus volop getuige van het fenomeen op de zondagen: 'Los fan't wiif'. Dat is overigens de naam van een biljartclub bij De Zwarte Haan, het enige etablissement in het uitgestorven uiterste noorden van Friesland, en waar ik toentertijd op twintigjarige leeftijd behoorlijk geschokt over was. Maar dit terzijde.
Ja, want dat is ook nog eens belangrijk in mijn anti- wielrenman gevoel: op andere dagen dan de zondag kan het mij niet zoveel schelen. Dan zoeken ze het maar uit. Maar op zondagochtend verdenk ik al die rijders ervan dat het een legitimatie is om zich niet om vrouw en kinderen te hoeven bekommeren. Maar dat ze onder het mom van sportiviteit moeder onverzorgd op het zondagochtend bed achter kunnen laten en de krijsende kinderen die een schone luier nodig hebben of een ontbijtje aan haar organisatiekunsten overlaten. En als die kinderen het huis inmiddels hebben verlaten, deze vaders op de zondag op zoek gaan naar ander natuurschoon dan dat van hun eigen vrouw.
Het is volgens mij ook heel simpel om de wielrenner status te bereiken. Je gaat naar de sportafdeling van het warenhuis en schaft je daar een strakke( lelijke!) fietsbroek aan. Je plukt een T-shirtje uit de kast dat je gratis bij een pak OMO hebt gekregen, je zet nog een attribuut als een helm op of je trekt een paar handschoenen aan, je plukt de witte verwassen sportsokken (jakkie!) uit de sokkenlade, doet de schoentjes aan en hup, op de racefiets. En het maakt niet uit of hij vetkwabben ter hoogte van de heupen of de billen heeft: hij perst het gewoon allemaal in de fietsbroek en daarmee is het een voldongen feit dat- ie sportief is.
Nou, ik trap er mooi niet in. Ik weet dat er duivelsgebroed onder zit. En om dat te bewijzen hoef ik niks anders te doen dan simpelweg te verwijzen naar de grote wielerronde van Frankrijk. Dat is gewoon een groot complot van frauderende fietsers en mediamannen die een maand van huis willen zijn. Er is geen tak van sport aan te wijzen die net zoveel aandacht zou krijgen als daar zoveel doping in gebruikt zou worden. Maar omdat het bijna vakantie is en het als het zwaard van Damocles boven de mannen hangt ( het aandacht hebben voor vrouw en gebroed), vluchten ze massaal naar het buitenland om daar met elkaar een spelletje ontkenning ( een beetje doping, so what) en bevestiging (het gaat hier om hele grote prestaties) te spelen.
Afgelopen zondagochtend vertrok de man des huizes op de fiets om een rondje met zijn beste vriend te fietsen. Ik was tegen. Maar dat maakt niks uit. Hij doet het toch. Als compromis fietst hij op zijn stadsfiets met de canvasfietstassen en rijdt hij met zijn gewone kloffie aan naast de vriend die in zijn midlife crisis alles heeft aangeschaft dat hem de identiteit van een sportman verschaft. Het ziet er niet uit, maar ik kan het daardoor gedogen. En toen klapte zijn band. Gods toorn, denk ik. Ik haalde hem op. En hield er een lekker stuk appeltaart aan over. Gods genade, denk ik. Maar 'Los fan't wiif'; dat kan ie wel vergeten.
Lidwien Feld