Reclame

Voor het huis staat een grofvuilcontainer. Zo’n grote roestige bak waarvan je je afvraagt of het ding eerst niet op een vrachtauto als kiepbak heeft gezeten en toen de truck naar de sloop ging iemand bedacht ‘he, die laadbak kunnen we wel bij iemand voor het huis zetten om er afvallig bouwmateriaal in te gooien’. Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat er iemand is die verantwoordelijk is voor het ontwerp van die bakken. Dat er iemand achter de tekentafel zat en een roestige halve container tekende en dat toen een grofvuilcontainer noemde. En enthousiast over zijn ontwerp er nog een kleurtje tegenaan gooide. Blauw met roest en een rood wit randje met roest. Ja hoor. De bak zit vol met onduidelijk spul uit het belendende pand dat verbouwd wordt.

Hieraan vooraf gebeurde het volgende. De oude buurvrouw stierf en een week later stond het bordje te koop in de tuin. Zelden zo’n snelle actie gezien van de erfgenamen. Afgezien van het feit dat niemand in de buurt op de hoogte was gebracht van haar dood, was het ook het tempo waarmee haar huisje in de uitverkoop werd gedaan dat mij bepaald niet deed innemen voor haar, gretige, kinderen. Tussen de koop en de verkoop in werd haar inboedel opgeruimd. Kleinkinderen haalden televisie en koelkast op, maar een groot deel van haar spulletjes belandden op straat. Klaar om opgehaald te worden door een gemeentelijke dienst.

Om de haverklap verscheen een fietser, een wandelaar, nog een fietser en nog een en nog een om de spulletjes aan een nader onderzoek te onderwerpen. Een kaptafeltje uit vervlogen jaren verdween op de schouders van een man. Een bijzettafeltje werd onder de snelbinders gebonden. Twee flinke jongens gingen met een keukenstoel op hun hoofd de straat uit. Totdat er echt alleen nog maar kapotte, verregende rotzooi stond. Een onbarmhartige aanblik van het einde van een leven.

Het spul verdween en ook binnen in het huis verdwijnen alle sporen van het leven van de vorige bewoonster. De halve keuken ligt in de bak. Nieuwe kijkers dienen zich aan. Gisteren verschenen er tegen de avond twee heren bij de bak. Ze waren met zijn tweeën op één fiets aan komen rijden en dreigden in botsing te komen met het gevaarte. Dat lag meer aan de koers van de mannen dan aan de positie van de bak.

Een van de mannen hield de fiets vast, of de fiets hem, en de ander hing over de rand. Hoeveel de heren gebruikt hadden weet ik niet, maar op zeker moment zag ik alleen nog maar twee benen de lucht in steken.
Zijn makker was op dat moment druk doende om een sigaret op te steken met een hand. Bepaald niet eenvoudig als je daarbij ook nog eens je evenwicht probeert te houden tussen fiets en straat. In ieder geval was het hem volledig ontgaan dat zijn partner in business op de kop in de bak lag.

Ik overwoog nog even om naar buiten te gaan, maar wist eigenlijk wel dat ik daar te laf voor ben. Gelukkig hoefde ik me niet lang schuldig te voelen. Niet alleen de bak had een tweede leven gekregen en begonnen de oude spullen aan een nieuw leven: ook de rode neus herrees uit de container en hield triomfantelijk een houten plankje boven zijn hoofd. Nee, een tweede kans is niet alleen aan spullen beschoren.

Lidwien Feld

Pin It
Bekeken: 2855x
Reclame