Reclame

Tijdens de pinksterdagen verblijven we op een boerencamping in Eenigenburg. Eenigenburg is een gehucht ten noordoosten van Warmenhuizen dat al jaren weigert groter te groeien. Sinds ik wielren –en dat is al bijna 30 jaar- kom ik tijdens trainingen met enige regelmaat langs het gehucht dat ligt te slapen aan de voet van de Westfriese omringdijk. Al jaren wonen er niet meer dan 200 mensen.

De camping waar we verblijven is de achtertuin van een veeteeltbedrijf. De koeien hebben wel horens en geen oorflappen, de kinderen helpen elke avond mee bij het melken van de koeien. Ik zit bij de caravan, in de schaduw van wat bosjes.Achter de bossage klinkt het donkere geronk van een tractor die kalm heen en weer rijdt. Met een eg trekt de boer diepe voren in droge kleibodem. Het leven lijkt te vertragen om dan langzaam tot stilstand te komen.

Maar hoe onbeduidend Eenigenburg ook lijkt, de geschiedenis heeft er een paar maal stil gestaan. Ooit werd in de velden tussen de ringdijk en de bebouwing slag geleverd door de troepen van Napoleon met Engels-Russische invasiemacht. Het weiland waar destijds gevochten is nog gewone landbouwgrond. Aan de rand van het veld staat een informatiebord met daarop alleen een mededeling dat de plek ‘iets’ te maken heeft met de invasie van 1799. Niets inhoudelijks over de slag, alsof het dorp zich schaamt voor haar verleden.

Verderop, iets voorbij Eenigenburg, op de plek waar de dijk een grote bocht maakt, stond ooit het trotse Kasteel Nuwendoorn. Gebouwd in opdracht van Floris V om de WestFriezen in toom te houden. De ruïne ligt aan een doodlopend pad dat ooit leek te verdwijnen onder het woekerende groen. De resten van het toentertijd zo trotse kasteel lagen verborgen onder planten, struiken en bomen. Natuur die ontstaat op plekken waar de mens de handen vanaf getrokken heeft. In de voormalige slotgracht, nu slechts een modderige greppel, vonden salamanders en kikkers beschutting tegen bedreigingen. De dwangburcht werd een vluchthaven.

Losse fundamenten, een oude waterput, resten van de donjon; sporen van een rijk verleden, verstilt in het bos. Ik doolde er één keer rond, fantaserend over ridders en jonkvrouwen. Al eeuwen was het kasteel verlaten, de geesten van het verleden doolden rond als mistflarden tussen de bomen. Er kwam bijna nooit een mens. De weldadigheid van gestolde tijd.

Een aantal jaar geleden verscheen er een groot bord van een aannemer bij het kasteel. Er werden hekken geplaatst zodat de ruïne onbereikbaar werd voor recreanten. Vanaf  de Westfrieze Ringdijk, waar ik nog steeds regelmatig met de fiets overheen reed, kon ik zien hoe het bos gekapt werd. Het aannemersbord sprak van ‘revitalisering’ van het kasteel. De afbeelding op het bord deed het ergste vrezen. Een kale vlakte, een raar staketsel waar ik nu nog de resten van de donjon wist. Een torendak bovenop de kale buizen moest blijkbaar de suggestie wekken dat hier een burcht stond. De aannemer had een foto gemaakt, zo leek het, van een door zijn kinderen met Meccano geknutseld kasteel. Halverwege waren de kinderen gestoord in hun spel. De toren was nog helemaal niet af.

De hekken staan nu alweer jaren rond de plaats waar het bos was. Binnen de hekken is een waterput zichtbaar, gemetseld van brandschone, nieuwe bakstenen. Er hoog bovenuit steekt een geraamte van steigerpijpen met een pompeus dak. Enkele bouwketen wekken de suggestie dat er nog steeds gebouwd wordt. De aannemer lijkt net als zijn kinderen halverwege het spel gestoord.Tot ik in de lokale pers van Alkmaar las hoe de OPA trots gemeenteraadsleden liet rondleiden over de gerevitaliseerde ‘ruïne’.

OPA wil graag de Rootoren, een toren die tijdens het beleg van 1573 een cruciale rol speelde bij de verdediging van de stad, op dezelfde manier als Kasteel Nuwendoorn laten herleven. Ineens kwam het besef dat de geesten van de vooruitgang gezegevierd hadden over de schimmen van het verleden bij Eenigenburg.

Op de camping lijkt de tijd nog altijd stil te staan. Maar vlakbij, in de velden, staat het wanstaltelijke bewijs van het tegendeel.

Pin It
Bekeken: 3012x
Reclame