Een van de betere dingen die me in mijn nieuwe leven in A. overkomen is, is de sportschool. Zo'n locatie bezocht ik overigens ook al in de Friese hoofdstad. Maar laat ik eerlijk zijn, ik moest er aanvankelijk heen gesleept worden. Vol afgrijzen keek ik naar die onbegrijpelijke martelwerktuigen, waar je benen, armen of hoofd onder of op moest leggen. Om nog maar te zwijgen over de nauwsluitende pakjes van de altijd aan de lijn zijnde vrouwen of de ontblote mannenbenen onder een sportbroek. En dan keek ik alleen nog maar door het raam.
De echte overwinning vond pas plaats toen ik ook de bezwete ruimte betrad en dat alleen maar kon overleven door zelf net zo hard te gaan stinken als mijn medesporters. Een beeldend kunstenaar die tijdelijk achter mijn huisje een volière in een licht atelier wist om te toveren (ja, daar ben je ook kunstenaar voor) dwong mij zo ongeveer om elke dinsdagavond met hem mee te gaan naar de sportclub. En dat was me er eentje. Aan de buitenkant van het oude gebouw hingen afgebladderde geverfde borden waarop aandacht voor de vechtsport werd gevraagd. Boksen, judo ,karate, of een andere Oosterse vechtsport; de grootmeesters bevonden zich daarbinnen. Menig portier voor een discotheek in de stad had zijn scholing opgedaan in de sportschool waar ik voorzichtige pogingen deed om mijn conditie wat op te vijzelen.
Nee, dan de sportfaciliteiten in het gebouw te A. De locatie ligt beschaafd tegen het park aan en het bord aan de gevel draagt enkel de naam van de keten. Binnen loop je langs de relaxende koffiedrinkers die na afloop zichzelf trakteren op een drankje en een gesprekje met medesporters. En dat doen zij pas nadat ze of in de sauna of in het Turks bad hebben gezeten. Sportschool?! Het is een compleet welness centrum waar ik in ben beland. Maar het allerleukste is nog wel het culturele karakter van de sportschool. Tijdens het rennen op de band sprint er regelmatig een vrouw met hoofddoekje naast me. Of als ik lig te kreunen onder het martelende buikspier regime van de bodymaster, tel ik altijd een aantal mannen en vrouwen die net als ik niet in A. geboren zijn.
Maar terwijl mijn wieg zich binnen de landsgrenzen bevond, komen zij van duizenden kilometers hier vandaan. En wat we gemeen hebben is dat we allemaal aan het eind van de les op apegapen liggen. Na afloop sta ik met de vrouwen onder de douche of zitten we in de zweetcabines. Geen hoofddoekjes, maar prachtige lange haren en vaak volle ronde vrouwenpracht. De dames praten aan een stuk door. Geen idee waar het over gaat, maar gezellig klinkt het wel. Soms vraagt er een aan mij of het in de sauna een beetje heter mag. Vind ik altijd ok. Hoe warmer, hoe beter. Ja, als er ergens sprake is in A. van culturen die prettig met elkaar leven, dan is dat wel in de sportschool.
Lidwien Feld