Alkmaar, 12 december 2014. In november hebben de schoolbesturen van de toekomstige nieuwe gemeente Alkmaar ingestemd met een voorstel over opheffingsnormen voor basisscholen. Het voorstel wordt in januari 2015 ter besluitvorming voorgelegd aan het nieuwe gemeentebestuur. In het voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen stedelijk en landelijk gebied. Het is gebruikelijk dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) na een fusie één nieuwe opheffingsnorm voor basisscholen in de gehele nieuwe gemeente vaststelt. Voor nieuw Alkmaar zou dat ongewenste effecten hebben; zo zou de norm te hoog zijn om de scholen in de kleinere kernen in stand te houden.
Bij de fusiebesprekingen tussen de Graft-De Rijp, Schermer en Alkmaar heeft het vraagstuk over opheffingsnormen de nodige belangstelling gehad. In het herindelingsadvies is het belang onderschreven van het voortbestaan van scholen in de kernen voor de leefbaarheid aldaar.
De gemeentebestuurders van de drie fusiepartners hebben samen met bureau VOS/ABB onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en zijn in gesprek getreden met de schoolbesturen. Gezamenlijk is gekozen om een variant voor te stellen waarin de nieuwe gemeente Alkmaar gesplitst wordt in stedelijk gebied (stad Alkmaar) en landelijk gebied (Graft-De Rijp en Schermer) en op basis daarvan het Ministerie van OCW een gedifferentieerde opheffingsnorm vast te laten stellen. Dit leidt tot een opheffingsnorm van 186 leerlingen voor het stedelijk en 50 leerlingen voor het landelijk gebied.
De Stuurgroep Fusie bereidt de besluitvorming voor het nieuwe college voor. Begin 2015 moet dit college de gebiedsindeling vaststellen en conform de wettelijke vereisten uiterlijk vier weken later een aanvraag voor differentiatie van de opheffingsnorm aanvragen bij het Ministerie van OCW, waarvoor de instemming van de schoolbesturen vereist is.