Een 19-jarige vrouw heeft aangifte gedaan van verkrachting door twee mannen in Castricum. Deze week moesten Ali M. (23) en Beikheir B. (22) daarvoor in de Alkmaarse rechtbank verschijnen. Beide mannen komen uit Algerije en hebben geen verblijfsvergunning. Voor hun arrestatie in november werd M. opgevangen in het asielzoekerscentrum van Heerhugowaard en B. in die van Ter Apel.
Het is 9 oktober. De jonge vrouw zit ergens in Castricum buiten op een bankje als de twee verdachten naar haar toekomen. Volgens de verklaring van de vrouw trokken ze haar broek op een bepaald moment uit en zijn toen bij haar binnengedrongen. Daarna probeerden ze haar opnieuw te verkrachten. Dat kwam naar voren in de tussentijdse zitting.
Tijdens de verkrachting zou het de vrouw zijn gelukt een vriend te bellen, schrijft mediapartner NH Nieuws. Ze vroeg hem naar haar toe te komen. Deze getuige zou hebben verklaard dat hij tijdens het telefoontje niet doorhad dat er iemand werd verkracht. Toen hij een paar minuten na het belletje aankwam, zou hij ook niet hebben gezien dat haar broek was uitgedaan. Wel vond hij haar tussen de twee mannen, zittend op een bankje. De vrouw deed aangifte van verkrachting.
Na lichamelijk onderzoek werd bij haar navel en billen DNA van B. aangetroffen. Van M. werd DNA gevonden op haar bovenlichaam. Er wordt niet duidelijk gemaakt om wat voor soort DNA het gaat. "Haar verklaring wordt ondersteund door de politie en door het DNA dat is aangetroffen", stelde de officier van justitie. In november vorig jaar werden de twee verhoord en opgepakt. Beide mannen, oorspronkelijk uit Algerije, zeggen onschuldig te zijn.
Het is niet duidelijk wat de twee in Castricum deden. Ze zouden elkaar kennen uit de asielopvang. Beiden hebben geen verblijfsvergunning. Zowel M. als B. verklaren dat ze de jonge vrouw in beschonken toestand op een bankje zagen zitten en dat ze gewond was. Ze zouden de vrouw juist hebben geholpen. Haar broek zou kapot zijn geweest, ze had een gescheurde nagel en er zat bloed op haar vinger. Ze zouden de vrouw toen onder haar schouders en knieën hebben opgetild en op een muurtje hebben gezet.
De advocaat van M. stelt dat zijn cliënt steeds dezelfde gedetailleerde verklaring heeft afgelegd, waarin hij keer op keer ontkent. "De plaats waar het DNA is gevonden, ondersteunt geen handeling tot binnendringen. Er is ook geen DNA of sperma aangetroffen rond of in de geslachtsdelen", verklaart raadsman Mike Jonk. Ook vindt hij het 'opmerkelijk' dat de vrouw tijdens de verkrachting in staat was een vriend te bellen. "De getuige, die heel snel na het moment van de verkrachting ter plaatse was, geeft een andere verklaring dan de vrouw."
De advocaat van B. noemt de verklaring van de vrouw ongeloofwaardig. "Haar aangifte wordt door het gevonden DNA onvoldoende ondersteund. Het alternatieve scenario van de verdachten klinkt aannemelijker: dat het daar terecht is gekomen door het optillen", zegt Joost Kleiman. De vrouw zou in haar dossier hebben aangegeven al vijf keer eerder te zijn verkracht. Hiervoor zou ze therapie ondergaan. De advocaat van B. zegt daarom te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de aangifte. "Ik vind dat dit moet worden meegewogen, juist omdat haar verklaring op zichzelf staat", reageerde hij. "Er zijn geen andere verklaringen of camerabeelden."
Beide advocaten verzochten de rechter om de voorlopige hechtenis voor hun cliënten op te heffen. Dat verzoek is door de Alkmaarse rechtbank afgewezen. De verdachten blijven nog zeker drie maanden vastzitten. Voorlopig staat de twee pro-formazitting gepland op 27 maart in de rechtbank van Alkmaar. Tijdens de inhoudelijke behandeling, waarvan de datum nog niet bekend is, zullen meer details aan het licht komen.