Voor het eerst stonden nabestaanden van Peter Langenberg (56) maandag oog in oog met Jent S. Hij wordt ervan verdacht de Alkmaarder in de duinen van Egmond om het leven te hebben gebracht. "Geen enkel woord is goed genoeg, maar ik wil graag mijn excuses aanbieden", zei de Egmonder, die mogelijk nóg een geweldsdelict op zijn naam heeft.
Op 17 april, Paaszondag, wordt in de Wimmenummerduinen ten noorden van Egmond aan Zee het levenloze en ontklede lichaam van Peter Langenberg gevonden door een Duitse toerist. Op zijn telefoon na, bleken zijn persoonlijke bezittingen verdwenen. Na dagen van onderzoek wordt Jent S. door de politie opgepakt. Eerst verklaart hij niks, maar drie maanden geleden bekent hij verantwoordelijk te zijn voor het geweld waaraan het slachtoffer is overleden. Hij heeft hem geschopt en geslagen.
Nooit eerder verscheen de Egmonder in de rechtbank, tot maandag: een gespierde man van gemiddelde lengte, kort geknipt kapsel en een flinke baard neemt plaats op de verdachtenstoel. Voor de nabestaanden van Peter Langenberg een beladen moment. "Zijn aanwezigheid maakte indruk", vertelt hun advocaat Wendy van Egmond naderhand aan mediapartner NH Nieuws namens zijn zussen. "Ze noemden het ontluisterend. Als iemand daar dan opeens zit die Peters dood letterlijk op zijn geweten heeft; dat moet eerst verwerkt gaan worden."
S. neemt op een gegeven moment het woord en biedt zijn excuses aan. Daarover zeggen de nabestaanden nuchter: "Wat koop je ervoor, op z'n Noord-Hollands gezegd. Ze weten de beweegredenen niet." Volgens Van Egmond kan de familie 'excuses ontvangen'. "Maar het is lastig dat nu al een plaatsje te geven als je het waarom van zijn daden nog steeds niet weet."
Het Openbaar Ministerie verdenkt Jent S. (30) niet langer van moord - dus van het doden van Peter met opzet - maar wel van (opzettelijke) doodslag. Daarnaast werd maandag bekend dat hij mogelijk op 20 februari 2022 een man in Alkmaar heeft mishandeld. Die verdenking wordt aan de zaak toegevoegd. Het OM wil de verdachte laten opnemen in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een persoonlijkheidsonderzoek. Hij en zijn advocaat gaven aan daar geen noodzaak voor te zien. "Mijn cliënt werkt aan alles mee, en dat kan ook vanuit de Zaanse gevangenis waar hij nu zit", aldus advocaat Lotna Kleczewski.
Zelf gaf S. aan mee te zullen werken als hij naar het PBC moet. "Wat nodig is, is nodig. Wat moet, moet." S. zou volgens de rechter geen antwoord willen geven over vragen over zijn seksualiteit. In het PBC zou volgens deskundigen daar beter onderzoek naar kunnen worden gedaan. De rechter beslist dinsdag of Jent S. voor observatie moet worden opgenomen. De rechtszaak kan daardoor, door drukte bij het PBC, vertraging oplopen. Een volgende niet-inhoudelijke zitting is gepland op 27 maart.