Er drijven zo veel lege migrantenbootjes in het Nederlandse deel van de Noordzee dat de kustwacht zorgen uit. Sinds juli 2021 zijn er 155 gemeld en reddingsteams rukken daardoor soms voor niets uit. "Het is wachten tot er echt iemand in nood is en we daar niet op tijd kunnen zijn", zegt Hoofd Operaties van de Kustwacht Edwin van der Pol.
Op twee grote schermen knipperen symbooltjes van schepen en vliegtuigen op en over de Noordzee. Het Kustwachtcentrum op het defensieterrein in Den Helder is de enige en het hart van de grote wateren van Nederland, met centralisten van de politie, douane, NVWA en de Kustwacht zelf. "Dit is een soort meldkamer, zoals je ook hebt voor op het land. Wij krijgen hier álle meldingen binnen van een heel groot gebied. Alleen de Noordzee al is anderhalf keer zo groot als Nederland."
Edwin van der Pol is Hoofd Operaties en plaatsvervangend directeur van de Kustwacht. Zijn mensen werden recent gealarmeerd voor het veerbootongeluk bij Terschelling, het stuurloze megavrachtschip Julietta D bij IJmuiden, maar ook een man overboord op het Markermeer. "Er wordt niet gespeeld met mensenlevens. Iedereen doet er alles aan om mens en dier te redden. Maar je ziet: we doen dit met een niet zo grote club. Als het rustig is, kan dat goed, maar er kan ook zomaar ineens een storm zijn met meldingen uit het noorden en zuiden. Dan is het hier heel hectisch."
Sinds vorig jaar zomer kwamen bij de Kustwacht 155 meldingen over een nieuw verschijnsel, zo blijkt uit cijfers die zijn opgevraagd door mediapartner NH Nieuws: ronddobberende rubberboten, waarvan niet altijd even snel duidelijk is of er nog iemand in zit. In oktober kwamen in één maand de meeste meldingen binnen: 27.
In opdracht van de Kustwacht gaat 6 oktober in Egmond een boot van de KNRM met bemanningsleden de zee op voor een mogelijke zoek- en reddingsactie. Eenmaal aangekomen blijkt er niemand meer in of bij de boot te zijn. De mensen zijn er twee dagen eerder namelijk al afgehaald, zo'n vierhonderd kilometer ten zuidwesten van Den Helder.
Steeds meer vluchtelingen proberen daar namelijk het kortste stukje Kanaal tussen Frankrijk en Engeland over te steken. Dit jaar bereikte een recordaantal van 40.000 mensen de Britse kust. Ze stappen dan in rubberbootjes met motor. Een gevaarlijke tocht, waarbij een zeer drukke vaarroute moet worden doorkruist en ook al tientallen doden zijn gevallen. De kustwachten van de landen zijn wettelijk verplicht om mensen in noodsituaties, op zo'n rubberbootje dus, te redden. Ze worden van boord gehaald en meegenomen naar het vaste land. Volgens de Nederlandse Kustwacht worden de lege boten daarna wegens ruimtegebrek - soms nog met motor en spullen - achtergelaten.
Door de wind en stroming belanden ze in Nederlandse wateren. "We troffen er op een gegeven moment aardig wat aan. Vooral hier", aldus Van der Pol. Op een grote kaart aan de muur wijst hij stukje zee voor Zeeland aan.
Eigen manschappen, schippers, strandgangers of patrouillerende vliegtuigen alarmeren de Kustwacht als ze zo'n bootje zien. "Als een bootje werd aantroffen, startten wij in het begin élke keer een zoek- en reddingsactie. Dat kan inhouden één of meerdere reddingsboten, helikopter of een vliegtuig. Als dit dan een keer of tien gebeurt, ga je wel nadenken. Zo'n inzet is risicovol én kost geld." Een reddingsboot en helikopter hebben beiden ongeveer vijf bemanningsleden. En dan heb je ook nog de mensen die zorgen voor het opstijgen, voor de communicatie, de Kusthulpverlening, de politie, douane of Koninklijke Marechaussee die worden opgeroepen en de strandvonder die in opdracht van de gemeente het bootje bergt.
Maar naast het financiële aspect kleeft er nog een risico aan zo'n 'valse' melding, aldus Van der Pol. "Als wij ergens bezig zijn, zijn we niet of beperkt beschikbaar voor andere mensen in nood. We hebben bijvoorbeeld maar twee helikopters en één vliegtuig beschikbaar. Je loopt dus een significant risico: we kunnen ergens anders te laat zijn."
Tot slot de veiligheid van zijn eigen mensen. "Het is een heel groot en ook gevaarlijk gebied. En je stuurt je redders dan in het donker of in slechte weersomstandigheden de zee op. Dat wil je alleen bij een echt noodgeval." Hoe vaak er precies een zoek- en reddingsprocedure is gestart voor lege migrantenboten, wordt niet bijgehouden, maar volgens Van der Pol gaat het om 'meerdere keren'. De Engelsen en Fransen proberen nu, op aandringen van Nederland, de bootjes te bergen of - als dat niet lukt - te markeren. De boot in Egmond was bijvoorbeeld genummerd.
In de praktijk blijken die maatregelen alleen niet altijd te lukken of is de code soms pas ná een 'reddingsactie' zichtbaar. "We kijken ook naar andere scenario's", zegt de Hoofd Operaties van de Kustwacht. "Leksteken of -schieten van de rubberboten bijvoorbeeld." Alleen, zo zegt hij, kan de boot dan onder water gaan drijven, in een schroef komen van een zeiljacht, of belanden in een koelwaterinlaat waardoor een boot stuurloos raakt. "Dan heb je een volgend incident. En dat is dan nog los van de milieuschade."
Het Ministry of Defence (het verantwoordelijke Britse ministerie voor het monitoren van Engelse migrantenbootjes) reageert dat het 'hun taak is om ongecontroleerde kleine bootlandingen in het Verenigd Koninkrijk te voorkomen en ervoor zorgen dat migrantenboten worden geïdentificeerd, veilig worden onderschept en dat personen aan boord op de juiste manier worden binnengebracht in het immigratiesysteem van het Home Office'. Zij stellen dat, nadat een migrantenboot onderschept is en de mensen van boord zijn gehaald, waar mogelijk het lege voertuig naar de kustplaats Dover wordt gebracht. Ze gaan verder niet in op operationele details. De markering op de boot die aanspoelde in Egmond wordt door het ministerie in een officiële brief niet erkend als hun werkwijze.
De oplossing is er nog niet, maar moet er wel komen, vindt Van der Pol. "Het is een heel complex verhaal dat aan de voorkant moet worden opgelost. Onze mensen willen namelijk nooit verantwoordelijk zijn voor iemands dood. En dus blijven we altijd op scherp."
"In Engeland zitten grote netwerken van migranten. Het kan dus zijn dat er al familieleden of bekenden wonen en die ze op weg kunnen helpen", dat zegt hoogleraar Burgerschap en Migratierecht en Europarlementariër Tineke Strik. "Ook leeft het idee dat migranten zonder verblijfspapieren in Engeland relatief makkelijk aan werk kunnen komen of verdwijnen in de illegaliteit." Daarnaast spreken ze veelal al een woordje Engels én leven ze in de Franse opvangkampen vaak in erbarmelijke omstandigheden. De wanhoop groeit. "Ze nemen het risico op gevaar voor lief."
Van het aantal lege migrantenbootjes dat op de Nederlandse zee wordt gemeld, schrikt Strik. "Wat een luguber idee. Ook met die persoonlijke spullen die gewoon aan de golven worden gegeven. Het lijkt op wat er gebeurt op de Middellandse Zee, bij Italië en Griekenland. Daar ligt de bodem bezaaid met houten bootjes en resten van rubberboten. Ik vraag me ook af of die mensen zijn ze allemaal zijn gered? Of zitten er ook schepen bij van wie de mensen zijn omgeslagen?" Ze is van mening dat het land dat verplicht is op de mensen te redden, ook zorg zou moeten dragen voor het bergen van de bootjes. "Om gevaar te voorkomen." Een dergelijke vluchtelingencrisis is volgens haar al jaren gaande aan de noordgrenzen van Europa.
"Frankrijk en Engeland vechten met elkaar over wie er voor deze mensen moet zorgen. Sinds de Brexit doet Engeland niet mee aan de verdeling van asielzoekers en dus kunnen de mensen die daar arriveren, niet meer terug naar Frankrijk worden overgebracht. Het conflict wordt daardoor scherper en nu is Nederland er dus ook bij betrokken. Misschien kan dit bootjesprobleem er toe leiden dat Nederland zich opwerpt als een bemiddelaar. Mensen moeten worden gereden en de zee veilig zijn."
Het gemelde aantal migrantenboten wordt pas sinds juli 2021 apart en per maand bijgehouden door de Kustwacht. Hun aanvulling bij de cijfers is wel dat niet uitgesloten kan worden dat sommige boten dubbel zijn geteld.
Er wordt niet bijgehouden hoe vaak een Search and Rescue (SAR) is gestart voor lege migrantenboten. In het jaarverslag van 2021 is te zien dat er 2339 alarmeringen binnen zijn gekomen bij het Kustwachtcentrum. Daarvan waren er 385 vals.
De KNRM houdt niet bij hoe vaak ze - in opdracht van de Kustwacht - uit zijn gerukt voor zoek- en reddingsacties, waar het later bleek te gaan om een lege migrantenboot. Een woordvoerder meldt dat dit naar schatting 'een keer of negen' is geweest.