Volgende maand start de bouw van het nieuwe pand van verzekeraar Nh1816 in Oudkarspel. Het bouwproject staat in de regio symbool voor de problemen rond het tekort aan capaciteit in het elektriciteitsnetwerk. Het pand zou energieneutraal moeten worden, maar dat zit er de komende jaren niet in. Nh1816 kiest voorlopig voor minder groene oplossingen, die bovendien meer zullen gaan kosten.
Energieneutraal impliceert dat er net zoveel elektriciteit zal worden verbruikt als opgewekt en er dus geen problemen moeten zijn, maar dat klopt niet helemaal: naast het normale stroomverbruik zit er in het ontwerp een elektrische aardwarmte-installatie en dan zijn er nog de 20 laadpalen voor het wagenpark. Dat kunnen de 160 zonnepanelen op piekuren niet bijbenen. Bovendien zijn er met name in de zomer tijden waarop juist een overschot aan stroom wordt opgewekt die moet het netwerk in kunnen.
Directeur Cas Verhage schat dat de stroomperikelen al gauw een jaar vertraging hebben opgeleverd. Hij dacht nog na over een dieselaggregaat voor de warmtepomp, maar hij schrok zich wild toen hij hierover informeerde bij een verhuurder. "Die aggregaten verbruiken 140 liter per uur. Dat gaat in de miljoenen euro's lopen". En toch worden er zo'n 3.000 verhuurd in Nederland, hoorde Verhage toen.
Het nieuwe pand krijgt dan toch maar een gasaansluiting. "Er ligt een leiding op het terrein van PontMeyer waarop aangesloten kan worden", vertelt de directeur. "Maar ja, de gasprijs is ook omhoog gegaan. Het is moeilijk te zeggen hoeveel dat extra gaat kosten."
Volgens plannen wordt het nieuwe Nh1816-pand in de zomer van 2024 opgeleverd. "We moeten rekening houden met minstens vier jaar wachten, maar dat kan zomaar ook wel zes jaar worden", zei Verhage in oktober, maar inmiddels weet hij dat het ook tien jaar kan worden. Dat zou dus 7,5 jaar minder groene energie en (veel) extra kosten betekenen. "En de 20 laadpalen worden niet aangesloten. Anders komt heel Oudkarspel zonder stroom te zitten als we auto's opladen", voegt Verhage wat grappend toe.
Verhage wil overigens niet zomaar met de vinger naar Liander wijzen. Je zou kunnen zeggen dat het bedrijf beter had kunnen anticiperen op de stijgende behoefde, en dat de coronacrisis een paar jaar wat verlichting geeft, maar de directeur begrijpt dat procedures voorafgaand aan projecten lang kunnen duren. "Iedereen mag er in Nederland wat over zeggen. Zo is het nou eenmaal. Daarnaast gaat de energietransitie snel. En het is moeilijk om technisch personeel te vinden voor de uitvoering."
Maar, wil de directeur benadrukken, de extra kosten maken het bedrijf niet noodlijdend. "We hebben een goed jaar achter de rug. We hebben goed geboerd."