Reclame

A.B. uit Heerhugowaard en G.V. uit Noord-Scharwoude zijn veroordeeld tot 200 uur taakstraf voor mishandeling, openlijke geweldpleging en dwang tot uitvoering van vernederende opdrachten in 2017. Het slachtoffer was destijds een vriend van V. en het ging om 'boetedoening'.  Deze vond plaats in de schuur van V. en op de Langebalkbrug in Zuid-Scharwoude. Het tweetal legde de afstraffing vast met een mobiele telefoon.

Eind september 2017 voelde V. zich verraden en in de steek gelaten door zijn toenmalige goede vriend. Een week eerder was V.  zelf mishandeld met een stalen buis en in plaats van te helpen, zou zijn vriend achter een boom zijn gaan staan. Ze kenden elkaar al van jongs af aan en het latere slachtoffer woonde bij V. in huis.

V. zinde op boetedoening en tijdens een bezoek van B. een week later, liep de situatie uit de hand. In de schuur kreeg het slachtoffer klappen en schoppen van beiden. Daarna reed het drietal naar de Langebalkbrug, waar V. en B. het slachtoffer opnieuw mishandelden. Hij moest ook zonder bovenkleding op de railing zitten en zeggen "Ik ben een sukkel" en "Ik ben een hond, ik heb mijn lesje geleerd."

V. en B. duwden hun slachtoffer van de 6,45 meter hoge brug en bevalen hem weer terug te komen. Hij moest blaffen, kreeg nog een paar klappen in het gezicht en werd achterover de ringvaart in getrapt.

Het slachtoffer zou zelf als boetedoening hebben aangeboden van de brug te springen. Hij deed nooit aangifte. De rechtbank stelde dat het slachtoffer geen andere optie had, dan ook al het andere maar te ondergaan. "Dit moet een uiterst pijnlijke, beangstigende en vernederende ervaring zijn geweest."

V. betuigde tijdens de zitting spijt. Hij erkende geen rem te hebben en niet vooruit te denken. Hij vertelde te zijn opgevoed tussen boeven en ratten, en maar niet op het goede padje te kunnen komen. "Sommige mensen worden geboren met een gouden lepel, ik met tralies". Dat was niet veel overdreven. V. was als klein jongetje uit huis geplaatst en zat daarna regelmatig 'achter de tralies' van een jeugzorginstelling of gevangenis.

B. betuigde ook spijt. Hij gaf toe dat hij destijds aan de anabolen zat en een kort lontje had. Dat zou nu niet meer zo zijn.

De rechtbank vond een onvoorwaardelijke celstraf passend, maar besloot anders omdat de afstraffing drie jaar geleden plaatsvond en omdat het de persoonlijke omstandigheden van verdachten meewoog. Vandaar taakstraffen van 200 uur.
Pin It
Bekeken: 1700x
Reclame