Van 2 tot 13 april hield GGD Hollands Noorden een enquête over de beleving van de coronacrisis in de regio. De online vragenlijst was uitgezet onder het eigen gezondheidspanel, maar was open voor alle bewoners vanaf 16 jaar. Totaal 4.084 inwoners dienden een volledig bruikbare vragenlijst in, met vragen onder andere over naleving van de regels, over zorgen, de sfeer binnenshuis, de eigen werksituatie, leefstijl, de overheid en (mogelijke) besmetting.
Wat betreft de maatregelen respecteren werd hoog gescoord. Zo houdt 98 procent voldoende afstand, wast 96 procent vaker goed zijn handen, hoest of niest 95 procent in de eigen mouw, gaat 92 procent alleen naar de supermarkt en vermijdt 96 procent plaatsen waar normaal veel mensen samenkomen. Verder gaf 88 procent dat men bij verkoudheid binnen het gezin thuis bleef.
Daarentegen vindt slechts 54 procent van de deelnemers dat Nederland zich (meer dan) voldoende aan de maatregelen houdt en 39 procent dat de regels onvoldoende worden nageleefd.
Totaal 87 procent heeft vertrouwen in hoe de overheid omgaat met het coronavirus, 78 procent vindt dat de overheid voldoende maatregelen neemt en 14 procent dat er juist te weinig wordt gedaan. Precies 50 procent is tegen een echte lockdown. Zowel overheidsinstanties als de media scoren hoog wat betreft informatievoorziening, al vindt 24 procent wel dat er 'overkill' is.
Van de deelnemers zegt 71 procent geen, of waarschijnlijk geen contact te hebben gehad met een coronapatiënt, 15 procent is zeker of vrij zeker van wel. Slechts 0,7 procent is getest op corona, daarvan testte iets meer dan de helft positief. Verder werd 1,7 procent als besmet beoordeeld door een huisarts en gaf 22 procent aan zelf sterke vermoedens te hebben.
Ook werd uitgebreid gevraagd naar waar men zich zorgen over maakt. Daarbij maakt 82 procent zich zorgen over de economie, 24 procent over eigen werk en inkomen, en 81 procent over de omvang van de corona-uitbraak. Ook maakte 44 procent zich zorgen over de ontwikkelingen van de eigen kinderen op school, voelt 44 procent zich kwetsbaar voor besmetting en maakt 40 procent zich zorgen over dat hij of zij zelf geen hulpverlener is.
Van de bevraagden heeft 76 procent (vrijwilligers)werk. Daarvan heeft 65 procent thuis een goede werkplek en 9 procent juist een slechte plek.
Verder was er een reeks vragen over de eigen gemoedstoestand. Daarop gaf 37 procent aan stress te ervaren, 32 procent zich opgesloten te voelen, 14 zich depressief of neerslachtig te voelen en 12 procent zich eenzaam te voelen Daarentegen ervaart 56 procent meer saamhorigheid, 35 procent komt aan dingen toe waar normaal geen tijd voor is en 33 procent heeft nu meer aandacht voor anderen.
Totaal 59 procent geeft aan minder te bewegen, maar 35 procent leeft bewuster en 23 procent komt vaker buiten.
Van de bevraagden geeft de meerderheid aan dat de sfeer thuis niet echt is veranderd. Positiever was 16 procent en 11 procent ervaart een negatieve verandering.
