Het aantal woninginbraken neemt al jaren af in Nederland, maar nog altijd gebeurt het ruim 100 keer per dag, met een piek in de wintermaanden. De politie beschouwt ze als criminaliteit met een 'hoge impact', maar verdachten worden vaak niet gepakt, constateerde RTL Nieuws. In Heerhugowaard werden van 2016 tot en met 2018 totaal 350 woninginbraken vastgelegd, waarbij in 9,5 procent van de zaken een verdachte is aangewezen. In Langedijk werden er 165 geregistreerd, waarvan 15,2 procent werd opgehelderd.
Vanwege de hoge impact van woninginbraak ligt hier veel focus op bij de politie en wordt slachtofferhulp geboden, maar het onderzoek loopt vaak vast op gebrek aan sporen. Sinds 2016 is de norm voor opheldering telkens rond 10 procent, maar die wordt doorgaans niet gehaald. In 30 gemeenten, waaronder de Beemster en Opmeer, is de vorige drie jaren zelfs geen enkele verdachte gevonden, op een totaal van 2.000 zaken.
Het is opmerkelijk dat het percentage in Langedijk ruim hoger is dan in Heerhugowaard, waar vanuit de politiegroep opereert. Dat kan diverse oorzaken hebben. Inbrekers in Langedijk zouden slordiger kunnen zijn, maar meer voor de hand liggend is dat ze in een stad makkelijker onopgemerkt kunnen blijven tijdens en na de inbraak. Overigens werd in de wijde Hollands Kroon, dat onder dezelfde groep valt, in slechts 7 procent van 215 zaken een verdachte aangewezen.
