Met het oog op de Jeugdwet die 1 januari 2015 is ingevoerd, voerde de Alkmaarse Rekenkamercommissie twee onderzoeken naar hoe het met de jeugdhulp in Alkmaar staat. De conclusie was dat de gemeente goed op weg is, maar dat er nog verbeteringen mogelijk zijn en dat de raad hierbij een voortrekkersrol kan nemen.
Net als in andere gemeenten wordt in Alkmaar gesproken van een zachte landing: kinderen zijn sinds de transitie niet verstoken van hulp. Bovendien zijn de lijntjes korter tussen hulpverlening en de lokale samenleving, ontstaan er meer natuurlijke samenwerkingsverbanden en is ontschotting tussen de diverse beleidsterreinen van jeugdhulp, participatie en Wmo in volle gang. De gemeente heeft ook kunnen vernieuwen, zoals bij de 18-/18+ aanpak.
Toch kan het nog wat beter. De bezuiniging vanuit het Rijk had negatieve effect op de kwaliteit en intensiteit van de geleverde zorg. Daarnaast wordt op tal van fronten de last van bureaucratische beperkingen ervaren en is geconstateerd dat de gemeenteraad bij de invoering van de decentralisaties in (te) beperkte mate zelf aan het stuur heeft gezeten.
De Rekenkamercommissie komt met vier aanbevelingen:
- Benut de onderzoeken
- Probeer waar mogelijk benoemde administratieve en technische belemmeringen (ICT) weg te nemen. Doe dit op een vernieuwende manier om voorop te lopen
- Breng in kaart waar budgettaire kaders knellen en wees helder over de consequenties van financiële overwegingen.
- Maak heldere werk- en procedureafspraken tussen raad en college over de
implementatie van belangrijke politiek-bestuurlijke operaties. Wellicht dat de komst van de Omgevingswet hiertoe een eerste aanleiding biedt.
Het rapport is 17 januari aangeboden aan de raad.