Maandagavond heeft de Alkmaarse gemeenteraad de begroting voor 2018 goedgekeurd. Met 20 coalitiestemmen tegen 16 stemmen van de oppositie is gekozen voor flinke investeringen uit opgebouwde potjes. Ook wil het college externe fondsen aantrekken voor activiteiten en projecten, zoals het 425-jarig bestaan van het Kaasdragersgilde en restauratie van het onlangs vernielde orgel van de Lutherse Kerk.
Tevreden kijkt de wethouder van financiën in de begroting terug op de resultaten van het coalitieakkoord 'Het wordt zomer' 2015-2018. "Onze ambities ter verbetering van de stad ten behoeve van haar inwoners zijn geslaagd. Op tal van beleidsterreinen hebben we kansen weten te benutten."
Dijkman wijst daarbij op het plan van aanpak tegen radicalisering, de herinrichting van het station en omgeving, het 50-plusbeleid, het nieuwe Wmo-beleidskader, renovatie van De Meent en welstandsvrij bouwen in De Vaart. Ook is hij tevreden over de financiële positie van de gemeente, die vertrouwen geeft.
Naar aanleiding van de voorjaarsnota 2018-2021 worden diverse beleidsvlakken geïntensiveerd. Wat betreft veiligheid blijven de SUS-teams bestaan en blijft de aanpak van woninginbraken een speerpunt. Vooral op cultureel vlak komen items naar voren, zoals subsidie voor kleinschalige initiatieven subsidie, Museum in ’t Houten Huis in De Rijp, Karavaan, Unieke Zaken en 500 jaar Grote Kerk.
Sport en gezondheid krijgen ook aandacht: van verbetering van kunstgrasvelden tot het uitbreiden van JOGG en 'Fris' in alle scholen. Ook is er geld voor peuteropvang en bewonersondernemingen. Vroonermeer krijgt een eigen wijkstatus en regiegroep. Daarnaast is er nog uitvoering van het beleidsplan Stedelijk Water en voortzetting op vlakken als duurzaamheid, Alkmaar Kennisstad en LHBT-beleid.
Via amendementen en moties werden nog vier items toegevoegd: financiële steun voor een nieuw Jongerenplatform Alkmaar, duidelijkheid op meerjarentermijn voor bewonersondernemingen en onderzoek naar het vestigen creatieve initiatieven in leegstaande panden op Bedrijventerrein. Tot slot wordt iedereen in de bijstand toch 35% gekort voor bijverdiensten, in plaats van 100%. Dit stimuleert 'bijstandstrekkers' om te gaan werken, al is het maar part-time.