Alkmaar, 1 april 2013. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog keert het poppenhuis van het Joodse meisje Marjan Drukker terug naar Alkmaar. Het is een uniek stuk speelgoed en meer dan dat alleen. Het poppenhuis is inmiddels uitgegroeid tot een symbool voor het verhaal van de familie Drukker en het lot van alle Alkmaarse Joden. Van 6 april tot en met 26 mei is het poppenhuis te zien in Stedelijk Museum Alkmaar. Het is een unieke gebeurtenis die dankzij de huidige eigenaars, het Miniaturen- en poppenhuismuseum Breda en in samenwerking met het Regionaal Archief en de Alkmaarse Synagoge mogelijk is gemaakt.
In 1921 vestigt het jonge echtpaar Drukker aan het Luttik Oudorp en krijgen dochter Marjan. Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt volgen uitsluiting van school, uithuiszetting, en onderduiking op verschillende adressen. In een razzia op 17 mei 1944, na twee jaar lang succesvol onderduiken, worden ze samen met beschermheer veehouder Piet Kleibroek opgepakt. Via Westerbork gaat de familie Drukker naar concentratiekamp Theresienstadt en van daar naar vernietigingskamp Auschwitz. Geen van hen keerde terug.
Het poppenhuis van het meisje Marjan staat centraal in een kleine tentoonstelling van Stedelijk Museum Alkmaar. In een huiskamerachtige setting zijn rondom het poppenhuis foto's en brieven van Marjan en haar ouders te zien. Er is speciaal is een minidocumentaire gemaakt, waarin de lotgevallen van Marjan via het poppenhuis worden verteld en diverse hedendaagse betrokkenen - zoals Ingrid Ehlert - worden geïnterviewd. Ingrid Ehlert is degene die het poppenhuis bewaarde. Zij was een nichtje van de maker, de man van het vroegere dienstmeisje van de Drukkers.
