De dag der dagen was weer aangebroken in de stad A. Ik was volkomen onbewust van dit hoogtepunt in het jaarkalender van A. naar mijn nieuwe woonplaats verhuisd. Niemand had mij bij het introduceren van de stad hierover verteld. Ja, dat er een kaasmarkt zou zijn in de zomer waar geen kaas verkocht werd en dat ik dus voor kaas ergens anders moest zijn dan op de kaasmarkt; dat hadden ze me wel meegegeven . En dat de crisis voor de Spanjaarden hier is begonnen, in oktober, en dat we niet met mededogen naar de ellende kijken die dat in Spanje heeft opgeleverd maar dat er hier dan vet feest gevierd wordt; het was me terloops medegedeeld.
Maar niemand had er aan gedacht om me op de hoogte te brengen van de grote dag, de laatste woensdag in september. Nietsvermoedend ging ik vier jaar geleden de stad in. Waarschijnlijk voor een bezoekje aan de HEMA, mijn favoriete winkel waar ik altijd wel iets vind dat ik denk nodig te hebben omdat de HEMA dat voor mij heeft bedacht en omdat wat de HEMA bedenkt goed is. De HEMA bezoekjes duren nooit lang. In hooguit tien minuten ben ik weer op de hoogte van het assortiment en verlaat ik met een tevreden gevoel het filiaal. Maar dit maal duurde het bezoek aan de stad enkele uren.
Opeens bevond ik mij tussen de vrouwen die met grote tassen aan de arm zeulden of gretig doken op de bakken in de winkels waar je voor vijf euro naar een sjaal of een tas of een shirt of een bh kon graaien. Ik was verdwaasd en verloren. Nader onderzoek leverde op dat ik was beland op de Landbouwdag. Horden vrouwen ( en heel soms een man, handig als tassendrager) bezetten de binnenstad van A; op straat langs de kraampjes en binnen aan de koffie met appeltaart. Maar het meest opvallend was voor mij, nieuwkomer, dat ze allemaal in groepsverband kwamen, zagen en overwonnen. Moeders met dochters, buurvrouwen, de ouderraad, dorpen, straten, verre vriendinnen, collegaatjes, het blijf van mijn lijf huis, het lesbisch archief ( nee, die toch niet) en de rest van het vrouwelijk deel der wereldbevolking was gezusterlijk, samen, op de marktdag afgekomen. Enkel ik was alleen.
Die treurnis zou me niet weer overvallen. Tijdig meldde ik de dochters over de lappendag. De oudste reageerde met de mededeling dat zij het aan zich voorbij zou laten gaan, omdat wij drie jaar geleden terugkeerden naar huis met anderhalf wattenschijfje voor de helft van de prijs. Toch gek, hoe zo iets zich uit je geheugen verdringt. De middelste schreef alleen maar zielugh en de jongste liet niets van zich horen omdat ze nou eenmaal de jongste is.
Ik ging toch, maar voorbereid. Ik kon het aan. Ik zou me niet uit het veld laten slaan door die golven van herkenning bij het zien van hoe je je met zijn allen kan storten op de leuke hoedjeskraam. Kalm en beheerst liep ik langs de kramen. Ik dronk koffie met een stuk taart en zonder op mijn mobiel te kijken. Ik keerde huiswaarts met een geborduurde theedoek van het Rode Kruis kraampje. De grote dag zat er bijna weer op. Gelukkig. Zielugh.
Lidwien Feld