Het ligt altijd wel ergens aan. Elke fase van een mensenleven kent zijn eigen verklaringen. Als kind lag het 'm aan mijn oudste broer en zus, die hun jongere zusje er niet bij wilden hebben bij het Monopoly-en. Als tiener lag het aan de middelbare school, waar de leervraag van mij en het aanbod van het lerarencorps niet erg overeenstemden. Als jong volwassene lag het aan de maatschappij waarin de verdeling van have en goed, geld en geluk niet eerlijk verdeeld en gedeeld werden. Als dertiger lag het aan de man. Die deugde niet. En nu als middelbare vrouw ligt het aan de hormonen.
Als ik tenminste de boeken, de tijdschriften en de overgangsconsulenten die zich op dit onderwerp hebben gestort mag geloven. We kunnen er niks aan doen dat we zo humeurig zijn. Of dat we om de haverklap met natte ogen naar een geredde obesitas door de broodmagere Wendy van Dijk zitten te kijken. En bij elke kilo lichter op de buis er zelf weer een chocolaatje in stoppen. Dat heeft niet te maken met onze wil, dat is een onbedwingbare hormonale impuls die ons die zoetigheid naar de mond toe laat brengen.
En zo verdwijnt de taille in een onduidelijke zone tussen de borsten en de buik en kraken de knieën onder een steeds zwaarder wordend torso. We kunnen elke week ons naar de sportschool slepen en de zachte lillende lapjes onder de bovenarm te vuur en te zwaard met minimaal vijf verschillende fitness apparaten bestrijden; het zal 'm niet worden. De hormonen zenden voortdurend signalen uit naar de hersenen en die op hun beurt zorgen ervoor dat het vet gaat naar waar het niet heen moet. Of een hittegolf slaat toe terwijl de leesbril al van je neus af aan het glijden was van onverklaarbare zweetdruppels die op het voorhoofd parelen. En als je die warmte goed kan gebruiken omdat noch handen, noch voeten warm willen worden, is ie nergens te bekennen.
Nee, ik heb het niet makkelijk. En de zeshonderdvijfenzestig vrouwen ( en vijf mannen) die met mij in de schouwburg in A. naar De Hormonologen keken, al evenmin. De door de actrices gepresenteerde cijfers over alle hormonale ongeregeldheden logen er dan ook niet om. Dat de helft van ons depressief is, werd door de zaal met een oh beantwoord. Dat we ons niks zullen aantrekken van het commentaar van onze kinderen dat het rokje tekort en de bh teveel zichtbaar is zorgde voor een strijdbaar applaus. En gejoeld werd er bij de (door de keurige Nelleke van der Kroft – tussen kitsch en kunst- ) korte aanschouwelijke cursus amandel in de vagina pellen. Ja, ik heb het ook niet verzonnen.
Maar wij vrouwen kunnen er weer even mee toe, althans wij hier in A. Wij weten waardoor het komt dat we ons zo onuitstaanbaar emotioneel en grillig gedragen en die vijf mannelijke partners weten het nu ook. Nu nog de rest van de mannelijke bevolking in A. en we kunnen heerlijk zeuren, klagen, huilen, snoepen, schreeuwen en uitdijen zonder daarop aangesproken te worden. We zouden wel anders willen, maar we kunnen niet. Het zijn de heerlijke, van god gegeven hormonen.
Lidwien Feld