Tijdens archeologisch onderzoek in de Molenbuurt zijn maandag resten gevonden van het Clarissenklooster dat daar van 1509 tot 1572 heeft gestaan. Het onderzoek vond plaats vanwege de nieuwbouw van Bodrum Kebap.
In de bouwput werden als eerste - niet ver onder het maaiveld - resten gevonden van een cementen ondervloer waarop plavuizen gelegen hebben. Niet lang daarna werd ook een deel van een fundering aangetroffen.
Het bouwwerk stond in oost-westelijke richting, afwijkend van de panden in de omgeving. Gezien de plaats en de oriëntatie kan met zekerheid gesteld worden dat de resten afkomstig zijn van het Clarissenklooster. Door de archeologen van de gemeente wordt alles nauwkeurig in kaart gebracht.
Het Clarissenklooster stond van 1509 tot 1572 buiten de stadsvesten ter hoogte van de Geesterpoort. De Clarissenzusters waren afkomstig uit Gouda en brachten hun dagen vooral door met bidden. Ze leefden van de liefdadigheid van de Alkmaarders. Uit bronnen is bekend dat Claes Corff in 1506 een bedrag van 3600 pond heeft nagelaten voor de bouw van dit klooster. In 1509 werd de kapel gewijd.
In 1572 werden de 28 zusters door de Geuzen verdreven. De stenen van het kloostergebouw werden gebruikt voor het versterken van de nieuwe stadswallen. Een aantal van de zusters trok naar het zuiden van het land. Enkele Alkmaarse zusters gingen weer in de stad wonen. Na de sloop van het klooster werden de nieuwe, nu nog aanwezige, vestingwerken met grote haast aangelegd, vlak voor de komst van de Spaanse troepen. De grond die vrijkwam tijdens het graven van de Vestgracht werd gebruikt om een aarden omwalling mee aan te leggen.
De vondst van de restanten heeft geen gevolgen voor de voortgang van de bouw van Bodrum Kebap.