Regelmatig ga ik de Afsluitdijk over en neem ik de bus. Veel keuze heb je niet: auto of bus. Met de trein van A. naar de overkant van het water boemelen is misschien een volgende generatie gegund. Hangt de hele dag als een skeletbouwwoning aan elkaar van afspraken, dan ben ik gedwongen om me met de auto van de ene Elfstedenstad naar de andere te verplaatsen. Maar als er slechts één locatie op de agenda staat, en als die ook nog een keertje makkelijk te bereiken is vanaf het station van de Friese hoofdstad, dan wurm ik me tussen de achterkant van de stoel voor me en de kale zitting van mijn eigen plekje, bij voorkeur aan de Zuiderzeekant. Krantje mee, flesje water, soms boterhammen met pindakaas (weer niks in huis) en een iPod om met Adele over de polders, de zee of het vlakke Friese land te staren.
In de krant was mijn oog gevallen op een wedstrijd om bij een TEDx-bijeenkomst in Amsterdam op de gastenlijst te komen. Grote geesten laten daar hun ongewone ideeën over techniek, entertainment en design (TED, ja) los op een gemêleerd, geïnteresseerd publiek dat ook van plan is om met dat gedachtegoed verder de wereld te verbeteren en mogelijkerwijs er zelf nog iets aan toe te voegen. Om dat laatste ging het. Heb je een briljante inval, dan mocht je deze opsturen naar de ballotagecommissie die deze zou wegen en, indien zwaar genoeg bevonden, mocht je plaatsnemen in de rijen van de stadsschouwburg. Mijmerend over deze kans, keek ik vanaf mijn hoge zitplaats naar het kolkende water dat krachtig door de sluizen naar de Waddenzee werd gezogen.
Totdat de fijne gedachtenstroom wreed onderbroken werd door een keihard gebrul. Achter mij, net buiten mijn gezichtsveld. De eerste dertig seconden dacht ik nog te maken te hebben met een hongerende baby, maar de kracht waarmee het geluid de bus vulde en de onverstaanbare klanken die er door de wahawaha- brullen heen klonken, maakte korte metten met mijn baby-analyse: het betrof hier een peuter. In mijn moederhoofd vond er een pijlsnelle omschakeling plaats. Geen borstvoeding, geen flesje, geen speen, maar afleiding of toespreken. Het gebrul werd er niet minder op, integendeel. Tot halte Zurich bleek de kleine over een longcapaciteit te beschikken waar menig marathonloper zich tevreden zou stellen met de helft ervan. In het pad naast mij begonnen de eerste studenten, gewapend met oortjes, onrustig op de stoelen te schuiven. Hier kon geen Coldplay tegenop. Ook mijn eigen Laura Jansen moest het afleggen tegen het oorverdovende gekrijs. Bij de halte durfde ik achterom te kijken om te constateren dat de jonge moeder tot geen enkele actie overging.
Richting Bolsward bedacht ik dat de generatie van oma’s en beppes wel op de vrouw hadden durven afstappen en hun hulp hadden aangeboden. Zij bezien de wereld nog steeds als een groot dorp, waar je vanzelfsprekend op de ander afstapt. Ik deed het niet en had er last van. Meer van mijn passiviteit dan van de krijgergeluiden achter me. In de anonimiteit van deze busreis durfde ik een soort privacy niet te schenden. Waren we met zijn allen echter op weg geweest naar de Costa Brava, dan had ons dat verenigd en ons gezamenlijke doel had mij gelegitimeerd om in actie te komen.
Het was me opeens glashelder. Er moesten groetbussen en kennismakingscoupés komen. Bij binnenkomst in een openbaar vervoermiddel iedereen groeten; aankijken en hallo zeggen, een korte samenzwering creëren van het samen reizen. Dan stap je op de jou bekende moeder af, je biedt aan het jongetje op te pakken- het jongetje verstijft al van schrik door de wildvreemde blik-, de studentes blijken met hun oppaservaring inventieve spelletjes in petto te hebben en de hele bus kan weer rustig ademen. Tedx, here i come.
Lidwien Feld
Iedere week een verse column van Lidwien feld op alkmaarcentraal.nl!